Is de PvdA nog links?

Links van de PvdA is het inmiddels gewoon geworden om de partij niet meer als onderdeel van het eigen kamp te beschouwen. Volgens deze manier van denken staan de socialdemocraten ‘aan de verkeerde kant van de baricaden’ en hebben ze rechtse principes overgenomen. De laatste die een duit in het zakje doet is Zihni Özdil. In een FN-stuk van afgelopen week verklaart hij dat de PvdA een ‘rechtse, neoliberale partij’ geworden is omhuld met enkel een ‘flinterdun rood jasje’.

Het zou iedereens leven ongelofelijk veel makkelijker maken als Zihni gelijk had. Als de PvdA werkelijk rechts is, waarom komen ze daar dan niet opelijk voor uit? Als de geesten werkelijk al zo verdeeld zijn zou een definitieve scheiding weinig problemen op hoeven te leveren. De paar verdwaalde zielen die nog de illusie hebben bij een linkse partij te zitten kunnen bij de SP terecht, de rest van ze partij kan een blauwe in plaats van een rode vlag hijsen. Zo’n aderlating zou de PvdA in dit scenario alleen maar goed doen. Dus waarom gebeurt het niet?

In werkelijkheid is het probleem natuurlijk veel ingewikkelder. Binnen de PvdA is een grote groep mensen ontstaan die wel degelijk linkse idealen heeft, maar die geen mogelijkheid meer zien om die idealen in de praktijk te brengen. Daarom hebben ze zich een houding aangemeten waarin cynisme, verwarring en ontreddering zich voordoen als wereldwijsheid: het is het beste om wel linkse idealen te hebben, maar daar vooral geen invulling aan te geven.

Je zag dit gebeuren bij het debat rondom de strafbaarstelling van illegaliteit. De partijleiding probeerde de leden af te schepen met de mededeling dat zij hun linkse credentials enkel en alleen al bewezen hadden door zich druk te maken over dit onderwerp. Het was een argument dat ontworpen was om aan te slaan bij die groep cynici: links-zijn bestaat uit het hebben van idealen, of het uiteindelijk lukt om daarmee iets voor elkaar te krijgen doet er niet toe.

Waar komt dat cynisme vandaan? Ik kan twee redenen geven. Allereerst heeft de PvdA alle hoop op werkelijke verandering in Nederland opgegeven. Achter kreten als ‘we behoren nu allemaal tot de middenklasse’ gaat een gelatenheid schuil die het onmogelijk maakt om werkelijk iets te veranderen.

Een voorbeeld: een oud-partijvoorzitter legde mij eens uit dat het sinds de oorlog zo is dat 45% van de Nederlanders links stemt, en 55% rechts, en dat die percentages niet veranderen. Zijn conclusie daaruit was dat het hoogst haalbare voor de PvdA was om het linkse randje te zijn in een centrum-rechts kabinet. Als je zo redeneert, is het hoogst haalbare een beetje belangenbehartiging, en mag je je uberhaupt al in je handjes knijpen als je als partij in de regering komt. Echte verandering is in zo’n denkraam onmogelijk.

Overigens is de SP op dit punt niet beter of slechter dan de PvdA, ze zijn alleen minder ver op dezelfde weg. Wie zich de afgelopen campagne nog kan herinneren zal niet vergeten zijn dat de SP in hoog tempo zijn eigen eisen overboord gooide, of het nou om het afschaffen van de 3%-norm of verhoging van de AOW-leeftijd ging, om zich maar als coalitiepartner geschikt te maken voor de andere partijen.

De tweede reden is dat veel PvdA-ers dicht bij de nuts and boltsvan de Nederlandse (semi-)overheid staan. De partij bestaat uit leraren, managment van ziekenhuizen, mensen die aan de universiteit werken, ambtenaren op ministeries, enzovoorts. Dat betekent dat ze zich zeer bewust zijn van alles wat daar fout gaat. Als voorbeeld wederom een partijgenoot: hij was jaren terug landelijk verantwoordelijk voor het budget voor trapliftsubsidie. Van het ene op het andere jaar schoten de uitgaven aan trapliftsubsidies met omhoog. De reden hiervoor was niet dat er meer bejaarden bijgekomen waren. De reden was dat het besef tot de gemiddelde bejaarde was doorgedrongen dat er subsidie zat op trapliften, en dus werd er ineens veel meer van de regeling gebruik gemaakt. Het is duidelijk dat je na zo’n ervaring meer open zult staan voor mensen die beweren – terecht of niet – dat de verzorgingsstaat te duur aan het worden is.

Deze twee dingen samen hebben ervoor gezorgd dat het gemiddelde PvdA-lid zich teruggetrokken heeft in een houding waarin compromisbereidheid belangrijker is dan de zaken waar men in eerste instantie lid van een linkse partij voor geworden is. Daarvan wordt weer handig gebruik gemaakt door de partijleiding, waar inderdaad een aantal figuren zitten die er nogal wonderlijke ideeen op na houden over wat sociaaldemocratie is. Dit is gedocumenteerd door Merijn Oudenampsen in een recent artikel in het partijblad S&D, waarin hij laat zien hoe de top van de partij laveert van neoliberalisme naar neoconservatisme, met als dieptepunt de oproep van Jeroen Dijsselbloem om de verwerpelijke denkbeelden van Theodore Dalrymple in de partij op te nemen.

Echter, aan de speeches van Samsom is te zien dat hij weet dat de rest van de partij hier niet zomar achter hem aan loopt. Zowel de congresspeech waarin hij het strafbaarstellen van illegaliteit verdedigde als de recente Europaspeech beginnen met een lange inleiding, die de helft van de tekst omvat, waarin hij compromissen sluiten verdedigt. Pas daarna volgt verantwoording voor het gevoerde beleid, dat bestaat uit een conservatieve aanval op de verzorgingsstaat. Als Samsom het idee had dat de partij op dit punt 100% achter hem stond, dan was al die compromisretoriek niet nodig geweest.

De gemiddelde PvdA-er heeft er niets aan om verteld te worden dat hij bij een ‘werkelijk’ rechtse partij zit. Hij heeft donders goed door hoe de situatie werkelijk is: hij zit bij een partij waarvan de mening van de leiding niet overeenkomt met die van het gemiddelde lid, en in hemzelf woedt een strijd tussen idealen en wat hij als de onvermijdelijke praktijk ziet. Het zou beter zijn om aan die strijd mee te doen dan om de baby met het badwater weg te gooien, zoals Zihni doet.

1 Trackbacks & Pingbacks

  1. Liveblog Partijcongres | jelmerrenema

Leave a comment

Your email address will not be published.


*