Vluchtelingen over de vloer

Je hoeft de krant maar open te slaan en je komt het woord ‘vluchteling’  tegen, meestal in negatieve zin. De kop zegt vaak al genoeg, maar toch lees ik elke keer weer het bijbehorende nieuwsbericht en over het algemeen maken deze berichten mij boos en ook wel verdrietig. Dit komt omdat ik een andere kant ken van deze mensen, want dat is iets wat in deze discussie vaak vergeten wordt, het zijn en blijven mensen.

Dik een jaar geleden ben ik betrokken geraakt bij een subgroep van Wij zijn hier, de Smaragdgroep. De groep Wij zijn hier is ruim drie jaar geleden begonnen als een groep vluchtelingen zonder status die werd opgevangen in een kerk, de Vluchtkerk genoemd. Omdat deze groep uit ongeveer 300 mensen bestaat, zijn er een subgroepen gevormd, waaronder dus de Smaragdgroep. Dit is een groep van een krappe 30 mensen, afkomstig uit Eritrea en Ethiopië.

Toen deze groep in mijn straat verbleef omdat ze daar voor twee weken onderdak hadden gekregen, heb ik ze voor het eerst ontmoet. 27 mannen en vrouwen, afkomstig uit landen die verscheurd waren door oorlog en ander onrecht. Twee weken geleden waren ze weer bij mij in de straat, weer voor twee weken onderdak. Deze keer was het maar een kleine groep, zes mensen, twee mannen en vier vrouwen, de rest van de groep zat op andere plekken in de stad. Ze hadden geprobeerd om zich aan te melden voor de bed-bad-brood-regeling van de gemeente Amsterdam, maar kregen te horen dat deze vol zit; terwijl de gemeente verplicht is om opvang te geven. Omdat ik de groep al kende werd mij gevraagd of ze anders bij mij konden douchen. De vraag overviel mij een beetje, je laat toch 6 vreemde mensen in je huis. Maar aan de andere kant: ik heb een huis. Ik heb een bed waar ik elke nacht in kan slapen, een baan en kan naar de winkels om te kopen wat ik nodig heb. Al vrij snel weet ik wat het antwoord is op de vraag: ze kunnen bij mij douchen. Het is niet veel wat ik kan doen, maar het is tenminste iets.

De eerste keer dat er vluchtelingen kwamen douchen merkte ik een hoop spanning. Ze draaiden de deur op slot uit angst dat de politie voor hun neus zou staan. Het zou niet de eerste keer zijn dat ze opgepakt zouden worden en elke keer blijkt weer dat ze onuitzetbaar zijn. Elke twee dagen haal ik ze op en breng ik ze weer terug, alleen over straat durven ze amper. Na een paar dagen komen de verhalen, over vroeger, over de verschrikkelijke dingen die ze meegemaakt hebben en hoe graag sommige terug naar huis willen. Ze willen hier niet zijn, maar ze kunnen niet anders, want teruggaan is ook geen optie. Ik zie aan ze en voel hoe slopend de onzekerheid is, en dat maakt dat ik mij machteloos voel.

Het liefst zou ik deze mensen allemaal ter plekke een verblijfsvergunning geven, want deze mensen willen een toekomst opbouwen, hun deel leveren aan de maatschappij en zijn geen slechte mensen zoals ik zo vaak in de media lees. Maar ik kan ze geen verblijfsvergunning geven, ik kan helemaal niets, alleen een luisterend oor en een warme douche bieden. Ik zou zo graag meer willen doen… En toch merk ik hoe belangrijk dit contact is, hoeveel dit kleine beetje betekent om zich mens te voelen in plaats van ongewenst. Dus praat eens met ze, hoor hun verhaal, het kost je niets. Inmiddels zijn ‘mijn’ vluchtelingen weer vertrokken, op naar hun volgende onzekerheid terwijl ik elke dag onder mijn warme douche kan staan.

Be the first to comment on "Vluchtelingen over de vloer"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*