De Engelsen hebben al een EU

Wat is het toch met de Engelsen en de EU? Zoals Joris Luyendijk opmerkte is hun deelname aan Europa altijd een verstandshuwelijk geweest. Echte warmte voor de EU, zoals je die in Nederland wel hebt, bestaat hier niet. Ook mijn vrienden bij Labour verdedigen de EU met het hoofd, niet met het hart. Hoe komt dat? Na hier een jaar of wat gewoond te hebben geloof ik dat ik het snap: de Engelsen hebben al een EU, en die heet Verenigd Koninkrijk.

Het Britse nationalisme lijkt als twee druppels water op het EU-nationalisme. Het Verenigd Koninkrijk is een samenvoeging van landen die een overheid delen, met een gemeenschappelijke munt, wetten en regering, maar die elk afzonderlijk hun eigen identiteit hebben. Klinkt dat bekend?

Over het algemeen is nationalisme gekoppeld aan eten, taal en voetbal. De uitzonderingen zijn de Britten, en de EU. Neem voetbal. Om te beginnen: er is geen Brits team. De verschillende landen (Engeland, Schotland, Noord-Ierland en Wales) doen afzonderlijk mee. Ze hebben allemaal hun eigen volkslied, en iedereen vindt het de normaalste zaak van de wereld dat die tegen elkaar spelen. Iedereen zingt elkaars volksliederen mee (tenminste bij rugby) en achteraf wordt er gezamelijk gezopen. Dat is precies hoe de EU het zou willen: eenheid in verscheidenheid.

Ook de rol van het Commonwealth is hier belangrijk. In de rest van Europa hebben we de neiging dat instituut niet serieus te nemen. En natuurlijk: als je voor het hoofdkwartier in Londen staat, met z’n rij vlaggen van bananenrepublieken en eilandstaatjes, dan is het ook makkelijk om te denken dat je met een soort nep-VN te maken hebt. Maar tegelijkertijd zijn de banden van het commonwealth reëel. Toen er stakingen waren in de zorg hier, dreigden de junior doctors om naar het buitenland te verhuizen. Welk land kozen ze? Niet Frankrijk, dat het dichtste bij ligt, maar Australië. Dat is het Britse equivalent van naar België verhuizen.

En dat is misschien nog wel het allerbelangrijkste: de Engelssprekende wereld vormt een gemeenschap, op het persoonlijke niveau. Ik heb hier Engelse, Canadese, Australische, Nieuw-Zeelandse, Canadese, Ierse, Welsche en Schotse collega’s, en die worden bij elkaar gehouden door een stelsel van grappen en onderlinge stereotypen waar je als Nederlander niet bij hoort. Een voorbeeld: de Australiërs gaan er prat op dat hun Vegemite een beter broodbeleg is dan de Britse Marmite. De Britten op hun beurt herinneren de Australiërs er graag aan dat dat land ooit als strafkoloniën begonnen is. De Engelsen suggereren graag dat de Welsh iets te intiem zijn met hun schapen. De Welsh vinden de Engelsen frigide. Enzovoort, enzoverder. Punt is: de landen van deze club zijn allemaal verschillend, maar ze kennen elkaars verschillen. Ze begrijpen elkaars code’s, precies zoals de EU graag zou willen dat heel Europa dat doet.

En natuurlijk zitten er rafelrandjes aan deze club. De Ieren zijn een goed voorbeeld. De Britten maken er sport van om te vergeten dat de Ieren onafhankelijk zijn. de Ieren mogen als enige Europeanen stemmen in het referendum, bijvoorbeeld. Er is vrij reizen over de Brits-Ierse grens. Je kunt als Ierse natuurkundige lid worden van de Britse natuurkundige vereniging, enzovoort. De Engelstalige wereld is zeer gericht op Engeland, wat voor de Engelsen natuurlijk alleen maar fijn is. Hoewel de vier landen formeel gelijk zijn, steekt Engeland er in de praktijk met kop en schouders bovenuit: 85% procent van de bevolking van het Verenigd Koninkrijk woont in Engeland. Dat betekent dat het onderscheid tussen Brits-zijn en Engels-zijn soms dun is, en veel Schotten voelen zichzelf enkel Schot.

Je kunt het verschil tussen hoe de rest van Europa en de Britten tegen nationaliteit aankijken mooi zien aan de afscheidingsbewegingen. In Europa moet je als afscheidingsbeweging een eigen taal hebben. De Fryske Nationale Partij promoot het Fries als iets dat Friesland doet afsteken tegen de rest van Nederland, en daarom aangemoedigd moet worden. De Schotse Nationale Partij daarentegen staat zo goed als los van de pogingen om de Keltische Schotse taal in leven te houden. Deels is dat omdat geen hond die taal nog spreekt, maar deels heeft de SNP er bewust voor gekozen om zijn nationalisme niet op de hangen aan de Schotse taal, Haggis en doedelzakken, maar aan de claim er een andere politieke cultuur op na te houden dan de Engelsen.

Daaraan kun je weer mooi zien hoe de Britten over hun eigen land denken: het gaat veel meer om gedeelde waarden dan om gedeelde culturele dingen. Daarmee is Britishness is een heel laagdrempelige identiteit. Net zoals het EU-nationalisme is het Britse nationalisme bedoeld om inclusief te zijn (hoewel dat in de praktijk soms niet lukt). Natuurlijk is ook hier racisme, maar er is in ieder geval een identiteit waar iemand uit Pakistan bij kan aanschuiven, hoe vaag die ook is. Daar kunnen we in Nederland nog wat van leren. Zolang je maar in de rij staat voor de bus, het Britse rechtvaardigheidsgevoel huldigt en geen lelijke dingen over de koningin zegt, mag je meedoen. Daarmee hebben de Britten een multiculturele identiteit geconstrueerd, die erg op die van de EU lijkt. De gigantische begripsverwarring die dat veroorzaakt moet je begrijpen om kaas te kunnen maken van het EU-debat hier.

1 Comment on "De Engelsen hebben al een EU"

  1. In het debat gisteravond (21.6) werden ook de ‘five eyes’ genoemd, de samenwerking tussen de inlichtingendiensten van het VK, de VS, Canada, Australië en Nieuw Zeeland. Geen ander Europees land. Luisteren samen Angela Merkel af. Geeft aan waar de echte loyaliteit van het VK ligt.

Leave a Reply to Paul Bordewijk Cancel reply

Your email address will not be published.


*