Federaal Europa is sprong in het duister

De keuze van de Engelsen voor een Brexit, of het nu door zal gaan of niet, heeft de discussie over de staatkundige toekomst van Europa weer op scherp gezet. De een wil tegemoet komen aan het ongenoegen over het functioneren van de Europese Unie dat ook buiten Groot-Brittannië te constateren valt, en pleit daarom voor een terughoudender Europese Unie. De ander wil nu het perfide Albion afhaakt doorpakken en van de Europese Unie één land maken, omdat alleen dan de democratie binnen Europa goed zal kunnen functioneren.

Dat laatste was altijd al het doel van het Europese project. Die ‘ever closer union’ moet wel tot één staat leiden. Dat streven blijkt ook uit de uitdrukking acquis communautaire voor de bevoegdheden die de communautaire organen van de Europese Unie, met name de Commissie en het Europees Parlement, van de lidstaten hebben overgedragen gekregen. Dat is wat er bereikt is op weg naar een federatie. Die bevoegdheden worden niet meer afgestaan. En ook de term kopgroep voor landen die intensiever samenwerken met elkaar, suggereert één richting: die waarbij het peloton moet volgen om niet in de bezemwagen terecht te komen.

Het streven naar een Europese federale staat is overigens niet iets wat buiten de burger om gebeurd is. Uit de proefreferenda in 1952 bleek er in Nederland een groot draagvlak voor, groter dan bij de politici. Het leek toen bij uitstek het middel om een nieuwe Frans-Duitse oorlog te voorkomen. De angst daarvoor nam echter af, terwijl in de praktijk de Europese integratie lang niet altijd positief uitpakte, zeker niet na de invoering van de euro en de uitbreiding naar het oosten.

Een federale staat betekent dat de Europese Unie vergelijkbare taken en bevoegdheden krijgt als andere federale staten van verschillende omvang, zoals de VS, Duitsland of Zwitserland. Er is één leger, al dan niet voorzien van kernwapens, er is één buitenlandse politiek met één vertegenwoordiging in de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad, er is één munt, één belastingstelsel, één sociaal stelsel met geldoverdrachten van rijke naar arme gebieden. Er is één regering, gecontroleerd door een rechtstreeks gekozen parlement. De deelstaten zijn daaraan ondergeschikt, al hebben ze een zekere juridische bescherming.

Er is één groot voordeel aan een dergelijke ontwikkeling boven de huidige situatie. Anders dan nu komen beslissingen over de Europese economie op een democratische en transparante manier tot stand. Er zijn geen verdragsbepalingen meer over overheidstekorten, maar het parlement is vrij bij de vaststelling van de begroting. Of iedereen dat overigens voor ogen heeft bij de ‘economische regering’ die de EU zou moeten krijgen is nog maar de vraag. En dat geldt al helemaal voor de vraag of democratisch gekozen organen niet de eindbeslissing moeten nemen over geldcreatie door de centrale bank. Zonder dat is de democratische winst van een verenigd Europa aanzienlijk kleiner.

Er zijn ook andere voorwaarden. Wil een parlement echt democratisch kunnen functioneren, dan moet het niet alleen gekozen worden, het dient ook te functioneren binnen een Europees publiek debat waaraan Europese politieke partijen deelnemen. En er moet een Europees nationaal besef zijn, dat maakt dat beslissingen op Europees niveau ook door de Europeanen geaccepteerd worden. Aan dat alles ontbreekt het tot nu toe, en het is de vraag of dat zich ineens zal ontwikkelen bij de totstandkoming van een Europese federatieve staat. Lukt dat niet, dan wordt de Europese staat het volgende Europese beleidsfiasco.

En het vervelende is dat de tot nu toe gevolgde weg van incrementele stappen niet langer werkt, omdat zonder echte democratie op Europees niveau de verdere overdracht van bevoegdheden door de nationale staten alleen maar meer weerstand zal oproepen. Dat maakt de totstandkoming van die federatieve staat tot wat Daniel Cohn-Bendit en Guy Verhofstadt in Voor Europa! een ‘kwantumsprong’ noemen, een sprong van de ene toestand naar de andere zonder dat een geleidelijke overgang mogelijk is.

Europa kent geen nationaal besef, is geen waardengemeenschap, kent eindeloos veel talen waardoor er geen pan-Europese media zijn, en kent als gevolg van dat alles ook geen echte Europese partijen. Ooit is er geprobeerd één Europese taal tot stand te brengen, het Esperanto. Om niet de lulligste te zijn zond de VARA vroeger ook het socialistisch nieuws in Esperanto uit. Maar het enige wat nog van het Esperanto resteert zijn de Zamenhofstraten in verschillende steden, vernoemd naar de ontwerper van het Esperanto. Er zijn daardoor ook geen echte Europese media. De krant die daarbij het meest in de buurt komt heeft zijn redactie in Amerika: de International New York Times.

Nationaal gevoel wordt door veel intellectuelen als iets verdachts beschouwd, waar alleen maar slechte dingen uit kunnen voortkomen. Maar het inspireerde ook veel verzetsmensen tijden de Duits bezetting. Zonder een gedeeld nationaal besef worden geldoverdrachten binnen een land niet geaccepteerd, dat zie je in België. Daarom stelt de Europese Unie veel geld beschikbaar voor projecten die moeten leiden tot een Europees nationaal gevoel. Vaak wordt daarbij gedweept met de Europese cultuur. Je vraag je af of die mensen weleens naar Louis Armstrong luisteren, of vinden ze dat ‘negermuziek’? En waarom werd het filmfestival in Cannes dit jaar dan geopend met de nieuwste film van Woody Allen?

Zoals het de Sovjets niet lukte een nieuwe mens te scheppen, lukt dat de Europese Unie niet met de Europese mens. De feitelijke ontwikkeling is juist dat mensen hun nationale gevoelens richten op kleinere verbanden dan de bestaande natiestaten. Joegoslavië, Tsjechoslowakije en de Sovjet-Unie zijn uiteengevallen, in veel andere landen zien we separatistische bewegingen. Bij de laatste Europese verkiezingen voerde de SPD campagne dat met een stem op hun een Duitser – ‘Spitzenkandidat’ Martin Schulz – voorzitter van de Europese Commissie kon worden. Ook daar dus geen Europees nationaal bewustzijn, maar voorkeur voor het eigen land.

Ten onrechte wordt ook vaak aangenomen dat Europa een waardengemeenschap is. West-Europa deelt zijn waarden veel meer met de Verenigde Staten en andere voormalige Engelse koloniën waar de oorspronkelijk bevolking gemarginaliseerd is, Zuid-Europa met Zuid-Amerika, en Oost-Europa met Azië.

Duitsland heeft aan de 20ste eeuw drie trauma’s overgehouden die andere Europese landen niet op die manier kennen: de hyperinflatie in de jaren twintig maakte Duitsland allergisch voor elke vorm van geldcreatie door de overheid, de verantwoordelijkheid voor de Holocaust leidde tot een zwaarder taboe op zorgen over de multiculturele samenleving dan waar ook elders in Europa, en meer dan welk andere Europees land heeft Duitsland geleden onder bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Hoewel de verschillende politieke stromingen in het Europees parlement een show opvoeren alsof het debat tussen hun gaat, gaat het debat over de toekomst van de verzorgingsstaten niet tussen socialisten en conservatieven maar tussen Noord- en Zuid-Europeanen. De inval in Irak werd door in Engeland door beide grote partijen gesteund, terwijl Frankrijk en Duitsland tegen waren. De socialist Blair stond tegenover de conservatief Chirac. Met zulke tegenstellingen is het ondoenlijk geloofwaardig Europese politieke partijen te laten functioneren die nodig zijn voor een democratische aansturing van een federaal Europa.

Een kwantumsprong naar een federaal Europa lijkt me dan ook vooral een sprong in het duister. Het risico is te groot dat we geregeerd gaan worden door een formeel democratisch gezelschap waar niemand buiten Brussel enige affiniteit mee heeft. In Athene hebben we al gezien dat wat begonnen was als een vredesproject ontaardde in wederzijds ongenoegen waarbij het zeer van de Tweede Wereldoorlog weer boven kwam drijven. Het kan tot nieuwe afscheidingsbewegingen leiden die niet per definitie vreedzaam zijn.

Maar ik heb een goed bericht: buiten Brussel wil haast niemand die federatie. Alexander Pechtold misschien, maar die zal dan zuchten onder de molensteen van het referendum. Frankrijk houdt zich nu al niet aan de afspraken en zal als eerste niet gehoorzamen aan de bevelen van een Europese economische regering. Voor een echte Europese federatie moet je Frankrijk en Duitsland opsplitsen, en Franrijk zijn atoombom en zijn zetel in de Veiligheidsraad afpakken. Dat gaat allemaal niet gebeuren. Maar laten we dat dan ook duidelijk vaststellen.

1 Comment on "Federaal Europa is sprong in het duister"

  1. De Duitse eenheid kwam in Versailles tot stand. Misschien kan de politieke eenheid van Europa ook slechts vanuit een buitenlandse bekende locatie worden uitgeroepen. Bijvoorbeeld in Moskou, na een klinkende overwinning op Rusland, het laatst overgebleven Imperium ter wereld. Een Christelijk Imperium nog wel. ’t Lijkt erop dat de NATO al met voorbereidende oefeningen bezig is.

    Wel vreemd dat de EG/EU ondernomen om interne oorlogen te voorkomen nu minstens de schijn op zich laat een externe te (willen) organiseren. Of misschien is dat niet vreemd, maar een structurele nood. Een Imperiale EU kan de zo begeerde Europese Eenheid brengen.

Leave a comment

Your email address will not be published.


*