Leren van Thatcher

De dood van Thatcher – die vandaag begraven wordt – was reden voor een langverwacht feestje bij linkse kringen in Groot-Brittannie. Het zegt iets over de toestand van de linkse beweging dat we niets beters kunnen verzinnen dan het vieren van de dood van een 87 jaar oude demente dame. De feesten die vorige week in heel Groot-Brittannie plaatvonden toen het nieuws bekend werd, laten zien hoe onmachtig links op dit moment is: er is nog steeds geen antwoord op Thatchers ideologische aanval.

Dat die aanval zo effectief was, had drie redenen. Allereerst: Thatcher was een politica die ideeenstrijd een prominente plek gaf. Aan het begin van haar politieke carriere zei ze hierover: ‘The other side have got an ideology (…) we must have one too.’ Deze hang naar herideologisering van een ingesukkelde politieke stroming uitte zich bijvoorbeeld in briefwisseling met de vrijemarktdenker Hayek, maar ook in het contact dat zij onderhield met denktanks die buiten de gevestigde politieke kanalen om adviezen naar haar regering doorspeelden.

Ten tweede: Thatcher voerde een transformatieve politiek, die niet op botte belangenbehartiging gericht was, maar op het fundamenteel onmogelijk maken van de positie van haar tegenstanders. Om een voorbeeld te geven: Thatcher beredeneerde dat huizenbezitters gemiddeld conservatiever stemmen dan huurders, dus begon ze met een grote privatiseringsgolf op de huizenmarkt, om haar eigen achterban te vergroten. Het is politiek zoals de Amerikaanse strateeg George Lakoff al jaren aan de Democraten probeert te verkopen: gericht op het gras voor de voeten van je tegenstanders wegmaaien.

Ten derde: Door deze transformatieve politiek werden haar tegenstanders uit het lood geslagen. Thatcher zelf snapte dit ook. Gevraagd wat haar grootste overwinning was antwoordde ze:  “New Labour”. Immers, Labour had onder Tony Blair de fundamenten van Thatchers denken geaccepteerd, in de hoop er de scherpe kantjes vanaf te kunnen halen. Zelfs de bedenker van deze ‘derde weg’-denkstroming geeft tegenwoordig toe hoe fout hij zat in de gedachte dat de radikale denkbeelden van Thatcher ingedamd konden worden.

Hoe vertaalt zich dit naar Nederland? Het beeld is niet al te best. Als ik naar mijn eigen partij kijk, dan zie ik politici die zo blase zijn dat ze belangenbehartiging als het hoogst haalbare beschouwen. Ik zie electorale calculatie in plaats van overtuiging. En ik zie een ingesukkelde acceptatie van de bestaande verhoudingen, door politici die te lief en te braaf zijn om hun tegenstanders werkelijk pootje te willen lichten. En dat terwijl de huidige crisis toch voldoende aanknopingspunten geeft voor wat het werkelijke doel van links zou moeten zijn: het vernietigen van de deels door Thatcher gevestigde rechtse consensus die ons zoveel ellende gebracht heeft.

Kortom: de PvdA kan wel een dosis Thatcher gebruiken. Het eerste dat daarvoor moet gebeuren is het opnieuw oppakken van de ideeenstrijd. Met een eerlijk verhaal kom je wel in de regering maar niet aan de macht; die macht ligt bij anderen: de mensen die voor jou bepalen wat eerlijk is. De rechtse ideeen van permanente ongelijkheid, minachting voor de armen en repressie als manier om de staat in te richten moeten niet aangepast, maar verworpen worden. Een partij die ideeenstijd verwaarloost, vaart op het kompas van een ander.

Thatcher stond voor het kapitalisme in zijn meest geradikaliseerde vorm: niet alleen medogenloos, maar ook het mededogen van anderen verachtend. Het is makkelijk om voor zo’n figuur je neus op te halen en op haar graf te dansen, maar dat lost niets op. Er zit niets anders op dan onze neus dicht te knijpen en uit te pluizen wat haar zo’n effectief politica maakte.

Be the first to comment on "Leren van Thatcher"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*