Het recht van de sterkste

Mijn favoriete komkommernieuwsbericht van de afgelopen week ging over Jolande te Giffel, antroposofisch moeder te Steenbergen. Zij haalde zich de woede van heel stukjesschrijvend Nederland op de hals een door te beweren dat een beetje mazelen best gezond kan zijn voor een kind. Immers, kinderen die aan de mazelen overlijden waren toch al zwak, en dan kun je maar beter de survival of the fittest zijn werk laten doen. Verder beweerde ze dat een kind dat met een keizersnee ter wereld komt al met een achterstand begint, omdat het niet heeft ‘hoeven knokken’. De daad bij het woord voegend had ze haar zoon dan ook niet ingeent.

Het verhaal viel niet in goede aarde; zelfs Geenstijl sprak er schande van. Bij monde van Annabel Nanninga – nooit verlegen om een subtiele formulering – werd Giffel daar ebola toegewenst.

Het is helemaal terecht dat men over deze mevrouw heen viel: haar denkbeelden zijn verschrikkelijk. Het is barbaars om het bestaansrecht van een baby af te laten hangen van hoe sterk hij is. We noemen het vooruitgang dat we de technische middelen hebben (een keizersnee bijvoorbeeld) om ook de kinderen die niet goed ter wereld komen te helpen.

Wat mevrouw te Giffel zegt is gebaseerd op het sociaaldarwinisme; de notie dat de ‘lessen’ van de evolutietheorie toegepast moeten worden op inrichting van de maatschappij. Eind negentiende eeuw, in de tijd van Steiner – de oprichter van de antroposofie – was die gedachte gemeengoed. De maatschappij was dan ook zo ingericht: haalde je het niet, dan had je pech gehad. Je was blijkbaar zwak. Tegenwoordig associeren we dit idee vooral met zijn natuurlijke uitlopers: eugenetica en de gedwongen sterilisatie- en euthanasieprogramma’s die begin 20e eeuw zeer populair waren.

Maargoed, het heeft geen zin om nog verdere woorden vuil te maken aan antroposofen. Mensen die geloven dat je een schedel onder je komposthoop moet begraven omdat dat kosmische energie focust en dat je van aardappels en tomaten kanker krijgt zijn gewoon niet goed wijs. Wat veel interessanter is, is dat we precies hetzelfde darwinistische argument telkens weer terugvinden in de politiek.

Of het nou gaat om subsidies voor kunstenaars of over bijstandsuitkeringen gaat, de VVD weet een ding zeker: van hulp wordt je zwak. Uit Jolande’s opmerking over baby’s spreekt precies dezelfde minachting voor hulpbehoevenden als uit de gemiddelde borrelpraat van een VVD’er, maar gek genoeg worden die door Nanninga geen ebola toegewenst.

Langzamerhand komt de vechtmaatschappij terug, gedreven door argumenten die Jolande als muziek in de oren zouden klinken. De hele VVD-politiek is gebaseerd op het weghakken van hulp, terwijl die toch vaak de rol van de keizersnee vervult: een noodzakelijke ingreep, die ervoor zorgt dat iemand die iets zwakker is het ook kan halen. Zo donderen we met z’n allen terug de negentiende eeuw in, terug naar het sociaaldarwinisme. Misschien moet de VVD eens bij Jolande langs; kunnen ze nog wat van leren.

1 Trackbacks & Pingbacks

  1. Daderknuffelen | jelmerrenema

Leave a comment

Your email address will not be published.


*