15 augustus 1945 – Japanse capitulatie

Het is vandaag 70 jaar geleden dat er echt een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Japan gaf zich over waardoor ook de oorlog in Azië ten einde kwam – waarna direct nieuwe oorlogen begonnen, onder andere in Indonesië/Nederlands-Indië. De capitulatie werd vandaag herdacht in Den Haag, de weduwe van Indië, en premier Rutte bood geen excuses aan voor de manier waarop Nederlanders die terugkeerden naar of voor het eerst arriveerden in Nederland zijn behandeld, maar hij betreurt dat de Indische Nederlanders zich niet erkend hebben gevoeld tijdens en na de oorlog. Erkenning, excuses, genoegdoening. Vaak wordt er door mensen die het niet mee hebben gemaakt wat meewarig mee omgegaan, ‘het is al zo lang geleden’, ‘get over it’. Maar vaak is dat helemaal niet zo makkelijk. Twee dagen geleden stak een 80-jarige man zichzelf in brand voor de Japanse ambassade in Zuid-Korea uit protest tegen de weigering om het leed van de troostmeisjes onvoorwaardelijk te erkennen en schadevergoeding te betalen. En inderdaad, voor Japan lijkt het liedje ‘Sorry seems to be the hardest word’ toepasselijk, hoewel ze dieper door het stof zijn gegaan dan het Westen wil erkennen. Politieke excuses zijn een ingewikkeld mijnenveld waar een lang proces aan vooraf gaat – Nederland (politionele acties, koloniale verleden), China (Grote Sprong Voorwaarts, Culturele Revolutie) en de Verenigde Staten (rassensegregatie),  hebben er ook moeite mee (om maar een paar voorbeelden te noemen) – en de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Azië heeft alles alleen maar ingewikkelder gemaakt.

Japan heeft zich lang geïsoleerd van het Westen, in den beginne (16e en 17e eeuw) was er handel met onder andere de Nederlanders, Portugezen en Spanjaarden, maar door de onbedwingbare neigingen van christelijke landen om het evangelie te willen verspreiden deed Japan de poort weer dicht. Handel werd beperkt tot handel met Nederland en China en Nederlanders mochten alleen handelen via het eiland Dejima. Hoewel de Japanners zelf in de 19e eeuw voorzichtig contact legden met de buitenwereld, waren het de Verenigde Staten die Japan in 1853 dwongen havens open te stellen. Verdragen werden afgedwongen en hoewel Japan profiteerde door zelf in hoog tempo te industrialiseren, werd door alle partijen heel duidelijk gemaakt dat Aziaten inferieur waren aan Europeanen en Amerikanen. Japanners die migreerden naar de VS werden ook zwaar gediscrimineerd. Het was het begin van een nationalistische stroming in Japan. Veel Japanners waren ervan overtuigd dat zij op basis van hun vechtlust iedere vijand konden verslaan, al zou de tegenstanders mitrailleurs hebben en zij slechts stokken en stenen. Anderen wilden juist samenwerken met het Westen, van hen leren om zich vervolgens tegen hen te kunnen wapenen (keep your friends close and your enemies closer). Vanaf de jaren 1870 deed Japan er alles aan om van de gedwongen handelsverdragen af te komen, het nationalisme bloeide verder op en de Japanse keizer werd het symbool van de natie.

Het dialect dat in de regio van Tokio werd gesproken werd de standaardtaal van Japan, tot die tijd werden in verschillende regio’s totaal verschillende talen gesproken. Japan werd een eenheidsstaat om zich te wapenen tegen de grote boze buitenwereld en in 1913 werden de laatste bepalingen uit de handelsverdragen van 1853 ongeldig. Bij het samenstellen van een eenheidsstaat is het belangrijk om te bepalen welke gebieden daarbij horen, wat is Japan en wat niet. Vergelijk het met de discussie over klein-Duitsland en groot-Duitsland. Japan annexeerde Okinawa in 1879 en in 1895 veroverde het Taiwan op China. In 1902 sloot het, als eerste Aziatische land, een alliantie met Groot-Brittannië, in 1905 won het een oorlog van grootmacht Rusland. Korea werd geannexeerd, evenals Mantsjoerije. Groot-Brittannië en de Verenigde Staten erkenden de uitbreidingen van het Japanse grondgebied niet alleen, ze financierden die ook grotendeels.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden de Britten en Amerikanen het te druk om zich echt met Azië bezig te houden en Japan probeerde de macht uit te breiden in China. Daar was in 1911 de keizer afgezet en er was een felle machtsstrijd gaande. Binnen Japan was op dat moment ook strijd gaande: het leger moest betaald worden en daar ging het grootste deel van de opbrengst van de industrialisatie heen. De keuze was tussen het grondgebied houden dat er was en de welvaart van de Japanse burgers vergroten of het grondgebied vergroten in de verwachting dat de welvaart uiteindelijk wel zou komen. Klein-Japan of groot-Japan zogezegd. Minister-president Takahashi was een voorstander van klein-Japan en sloot in 1922 een verdrag met de Amerikanen waarin werd toegezegd het Chinese grondgebied verder te respecteren. In de jaren ’20 bloeide de Japanse economie en daarmee ook de vrees van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië dat Japan wel erg machtig werd, maar de politieke leiders van Japan wilden militair niet uitbreiden en hielden zich aan het gesloten verdrag. In 1929 stortte de Amerikaanse beurs in en politici raakten in paniek: in de race om de goudstandaard te behouden werd bezuinigd, bezuinigd en bezuinigd en deflatie en krimpende economieën volgden. Japan devalueerde de munt, verlaagde de rente en investeerde, investeerde, investeerde. In 1935 was Japan alweer uit de crisis, waar andere landen andere landen het licht aan het einde van de tunnel nog niet eens zagen. Maar hoewel de maatregelen genomen werden door de aanhangers van klein-Japan, werden de aanhangers van groot-Japan juist machtiger. Want had Japan niet bewezen beter te zijn dan de Verenigde Staten? En ondanks dat werden Japanners in de VS behandeld als minderwaardige kleurlingen. En de sfeer werd grimmig: tegenstanders van groot-Japan werden vermoord, inclusief 3 ministers-president en 2 ministers van Financiën.

Het Japanse leger was ervan overtuigd dat ze zelfs het Amerikaanse leger kon verslaan en critici werden genadeloos uit de weg geruimd. De moord op de felste anti-militarist, voormalig minister-president en in 1936 minister van Financiën Takahashi was het keerpunt: de oppositie durfde niet meer te spreken. Het militaire budget werd verdubbeld en in 1937 viel Japan China binnen na een schijnbaar kleine diplomatieke rel. De Japanse legertop was ervan overtuigd dat het Chinese leger makkelijk te verslaan was, maar dat viel tegen. De legertop zocht naar de oorzaak en kwam tot de slotsom dat China werd gesteund door het Westen. Door de aanvoerlijnen tussen China en Hongkong en Frans-Indochina af te snijden zou China geïsoleerd raken. In Italië en Duitsland vond Japan een bondgenoot. In 1941 viel Japan Frans-Indochina binnen en bevroren de VS de handel met Japan. Het land had ineens geen toegang meer tot Amerikaanse olie of ijzer. Om dat te ondervangen besloot de legertop om Maleisië (Britse kolonie) en Nederlands-Indië binnen te vallen. Om de marine te beschermen werden de Filipijnen en Hawaii (Pearl Harbor) aangevallen waardoor de VS Japan de oorlog verkaarde. En het erge was: de VS investeerden juist in Japan en niet in China. De analyse van de legertop was nergens op gebaseerd, maar was een excuus om het eigen gezicht te redden. En nu zat het land in een oorlog die het niet kon winnen.

In 1943 had de Sovjet-Unie al toegezegd om de geallieerden in Azië te helpen als de nazi’s waren verslagen. In februari 1945 beloofde Stalin om binnen 3 maanden na de overwinning op de nazi’s de oorlog te verklaren aan Japan. In april 1941 had Stalin juist een niet-aanvalsverdrag gesloten met Japan en toen de nazi’s 2 maanden later de Sovjet-Unie binnenvielen besloot Japan zich afzijdig te houden en bondgenoot Hitler niet te steunen. Daarom had Stalin zich ook niet eerder met Azië bemoeid. Japan wist in 1945 dat het einde naderde, maar zocht volgens de Japans-Amerikaanse historicus Tsuyoshi Hasegawa naar een manier om de oorlog te eindigen zonder het voor de oorlog veroverde grondgebied kwijt te raken en zonder tribunalen zoals in Neurenberg te krijgen. Zij hoopten dat de Sovjet-Unie wilden bemiddelen bij de Amerikanen. Hasegawa publiceerde in 2005 een bejubeld boek, Racing the Enemy, waarin hij heel goede argumenten geeft waarom het de oorlogsverklaring van de Sovjet-Unie op 8 augustus 1945 was waardoor de Japanners capituleerden en niet de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Hasegawa spreekt Engels, Japans en Russisch en heeft daardoor de standpunten van alle betrokkenen in de eigen taal kunnen lezen (en echt, een bron in de eigen taal kunnen lezen is niet te vergelijken met het gebruik van vertaalde bronnen. Al was het maar omdat je dan niet afhankelijk bent van het aanbod van vertaalde bronnen, maar je eigen archiefonderzoek kunt doen).

Toen de Sovjet-Unie Mantsjoerije binnenviel op 8 augustus kon er in één klap een streep gezet worden door de strategie van de Japanners. Op 9 augustus vergaderde de legertop over de voorwaarden van capitulatie toen de atoombom viel op Nagasaki. De atoombommen maakten nauwelijks indruk op de legerleiding en waren niet de reden van de capitulatie. Toen de bommen vielen op Hiroshima en Nagasaki waren al meer dan 60 Japanse steden verwoest. In maart 1945 legden Amerikaanse bommenwerpers een bommentapijt op Tokio dat vergelijkbaar was met het bombardement van Dresden. En op het eerste gezicht waren de resultaten van de atoombom hetzelfde als die van het bombardement op Tokio, de gevolgen van de straling hield nog niemand rekening mee. Voor de Amerikanen waren het de atoombommen die de oorlog eindigden, maar voor de slachtoffers hadden ze geen bijzondere aandacht. De Japanse leiding had het sowieso te druk met zichzelf om zich echt druk te maken over de slachtoffers. De morele discussie in het Westen kwam pas op gang na de publicatie van ooggetuigenverslagen in The New Yorker door John Hersey op 31 augustus 1946. Hij schreef over mensen die blind waren geworden doordat hun ogen waren gesmolten, over mensen waarvan alleen de schaduw was overgebleven en die verder waren verdwenen. Ineens was de atoombom niet meer een technische overwinning en een manier om als (morele) overwinnaar een oorlog te beëindigen. Het was de veroorzaker van diep menselijk leed. Maar dat besef leidde niet tot vermindering van het atoomwapenarsenaal, het gaf de dreiging alleen meer kracht. Zie de Koude Oorlog.

Japan worstelt met het verleden. Er zijn hoogwaardigheidsbekleders geweest die excuses aan hebben geboden, zoals oud-premier Murayama in 1995. Maar aan die excuses was geen schadevergoeding verbonden en hij deed het tijdens een persconferentie en niet in het openbaar. En nationalisten vereren nog steeds oorlogsmisdadigers, wat zeer kwaad bloed zet. Japan heeft de oorlog verloren en wordt daarom tot in eeuwigheid vergeleken met de manier waarop Duitsland met het nazi-verleden om is gegaan. Nederland, de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk zullen nooit hun eigen zwarte bladzijdes behandelen op de manier die we van Japan verwachten. De laatste nog levende troostmeisjes, dwangarbeiders, krijgsgevangenen en andere slachtoffers zullen uiteindelijk overlijden, de pijn bij hun nabestaanden zal blijven, maar de erkenning van hun leed zal nog lang op zich laten wachten. Alle partijen betreuren het dat de slachtoffers zich niet erkend voelen, maar erkennen dat dat gevoel niet tussen de oren zit ligt politiek gevoelig.

Be the first to comment on "15 augustus 1945 – Japanse capitulatie"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*