Links-rechts verwisseld

Uit vroeger tijden herinner ik mij nog de diaprojector. Daar deed je ongeveer hetzelfde mee als nu met power point: je projecteert tekst of een afbeelding op een scherm. Wat je projecteerde kwam echter niet vanaf je harde schijf of je USB-stick, maar stond op een klein raampje, de dia, waar het langs fotografische weg op celluloid was aangebracht.

Die dia bracht je in in de diaprojector, maar dat was soms nog best lastig. Je moest de goede kant vóór hebben, en de onderkant van het beeld aan de bovenkant. Vooral met dat eerste werden vaak fouten gemaakt, waardoor op het projectiescherm links en rechts verwisseld werden. Er was altijd wel iemand in de zaal die dat opmerkte, ook wanneer het een afbeelding zonder letters betrof.

Die sensatie van links-rechts verwisseld heb ik nu vaak wanneer ik naar politieke standpunten kijk. Traditioneel linkse partijen nemen standpunten in die vroeger als rechts golden, en nieuwe rechtse partijen nemen standpunten in die vroeger voor links doorgingen.

‘Uw rechtsorde is de onze niet’, zeiden de krakers. Nu is het juist GroenLinks, waar krakers zoals Wijnand Duyvendak zich bij aan gesloten hebben, dat opkomt voor de rechtsstaat. De PVV daarentegen, die zich als rechts afficheert, praat over een nepparlement en over neprechters. Meer dan welke andere reden ook, zou de minachting voor de rechtsstaat voor elke democratische partij reden moeten zijn om de PVV niet tot de regeringsmacht toe te laten.

Zoiets geldt ook voor respect voor de autoriteiten. Vroeger werden linkse media als Propria Cures en Vrij Nederland door rechtse mensen respectloos gevonden, net als sommige VARA uitzendingen, tegenwoordig is dat gebrek aan respect er vooral bij Geen Stijl.

In de jaren zestig was links ook voor polarisatie. Er moest een helder onderscheid zijn tussen links en rechts, zonder vage confessionele partijen daartussen. Dat vond vooral de PvdA, die natuurlijk ook hoopte daar electoraal van te profiteren. Tegenwoordig is de PvdA echter voor de verbonden samenleving, en verwijt men anderen te polariseren.

Dat zien we ook bij de directe democratie. Lange tijd waren het de linkse partijen die voor referenda pleitten om het volk meer macht te geven ten koste van het establishment. Het huidige voorstel de Grondwet daartoe te wijzigen komt nog van de PvdA en GroenLinks. Maar inmiddels heeft de PvdA terecht het bindend correctief referendum uit zijn verkiezingsprogramma geschrapt, en heeft het GroenLinks congres zijn Kamerfractie opdracht te geven niet vast te houden aan de afwijzing van het associatie-akkoord met Oekraïne. Bij D66 is Thom de Graaf bang dat het referendum in verkeerde handen valt. Klinkt ook al niet enthousiast.

De liefde voor het referendum bij links is dus danig bekoeld. Intussen zijn de nieuwe rechtse partijen juist wel voor referenda, en beschouwt Wilders een parlement dat anders stemt dan de meerderheid van de bevolking zou willen als een nepparlement.

Het hangt ook samen met de liefde voor de Europese integratie. Indertijd waren CPN en PSP daartegen, en hun opvolger GroenLinks heeft ook nog tegen het Verdrag van Maastricht gestemd. Nu zijn GroenLinks en D66 de meest Europistische partijen. Daniel Cohn-Bendit, de gauchistische leider uit 1968, trekt samen op met de liberaal Guy Verhofstadt. De afwijzing van de Europese samenwerking komt nu juist van de nieuwe rechtse partijen.

Hoe kan dat? Elke verklaring hiervoor is speculatief, en dat geldt dus ook voor de mijne. Maar toch. Een van de programmapunten van de linkse activisten uit de jaren zestig was de mars door de instituties. Daarbij zouden de instituties de linkse programmapunten overnemen. Ik denk dat die opmars half geslaagd is, namelijk voor zover het gaat om cultureel links.

Dat is de agenda van de rechtsstaat, van bescherming van minderheden, van internationale solidariteit, van seksuele autonomie, van kunstbeleid, en milieubescherming. Veel daarvan is ook in internationale verdragen vastgelegd. In Nederland zijn vooral op het punt van seksuele autonomie grote successen geboekt. Als je je realiseert dat twintig jaar geleden het eerste paarse kabinet nog tegen invoering van het homohuwelijk was, is het toch verrassend dat nu de SGP de afschaffing daarvan niet meer in zijn verkiezingsprogramma durft op te nemen.

Mijn gevoel zegt mij dat in culturele zin de instituties in Nederland als gevolg van die opmars linkser zijn dan de meerderheid van de bevolking. Dat geldt ook voor de toppen van de rechtse partijen ten opzicht van hun kiezers. Die functioneren binnen die instituties. Daarmee heeft links er alle belang bij de instituties in stand te houden, en ze niet belachelijk te maken. Het zijn daarentegen de nieuwe rechtse partijen zoals de PVV en een paar rechtse splinters die zich tegen de instituties verzetten.

De linkse beweging in de jaren zestig was vooral een culturele beweging, ondanks de lippendienst aan het Marxisme. Daarom heeft de opmars door de instituties niet geleid tot realisatie van een linkse economische agenda. Integendeel, vanaf de jaren tachtig heeft links zich juist geconformeerd aan de economische afbraakagenda van het neoliberalisme. Op dat punt wordt er in politiek Den Haag veel rechtser gedacht dan in het land. Bij GroenLinks werd dat pijnlijk duidelijk in de tijd van Jolande Sap. En ook de SP durft niet op te staan tegen het Centraal Planbureau, hoewel daar alle reden voor is.

De PVV probeert daarop in te spelen door af en toe iets links te roepen over de zorg of de AOW, maar valt daarbij door gebrek aan oprechtheid en deskundigheid voortdurend door de mand. Eerder lijkt 50Plus mensen aangetrokken te hebben die serieus de afbraak van de verzorgingsstaat te lijf willen gaan.

Met verkiezingen in zicht heeft GroenLinks een andere koers ingeslagen, door zich te richten tegen het economisme. Maar dat is halfslachtig, want 18-jarigen moeten volgens GL nog steeds een afweging maken tussen de investering en het rendement van een studie. Bij de PvdA heeft Lodewijk Asscher nu de oneerlijke verhoudingen op de arbeidsmarkt als gevolg van de Europese integratie geagendeerd, maar dat had minstens tien jaar eerder gemoeten.

Om de culturele agenda van links veilig te stellen, is voldoende vertrouwen bij de bevolking nodig in de economische agenda van links. Dat ontbreekt helaas. Twee maanden is kort om het te herstellen.

Be the first to comment on "Links-rechts verwisseld"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*