Laat ik me aan een boude voorspellling wagen: 2014 gaat een links jaar worden. De val van Rutte-1 en de daaropvolgende vorming van een centristisch kabinet zal in de conservatieve mythologie dezelfde plek gaan innemen als het nooit gevormde kabinet den Uyl-2 in de linkse. Knarsetandend zullen de conservatieven de komende jaren toekijken hoe de publieke opinie steeds verder van hen wegdrijft, zoals dat de sociaaldemocraten in de jaren ’80 overkwam. De eerste babystapjes die kant op zijn in het afgelopen jaar gezet.
Allereerst wordt onze manier van organiseren steeds beter. Lang was het een puzzel hoe je in deze tijd waarin niemand meer protesteert maar wel op Facebook zit politieke druk organiseert. Het lijkt erop dat men in de VS nu een antwoord gevonden heeft. Dat antwoord bestaat uit brede samenwerking tussen linkse organisaties van allerlei slag, focus op aanwezigheid in de media en de opbouw van infrastructuur met het oog op de lange termijn. Om van dat laatste een voorbeeld te geven: bij eerdere verkiezingscampagnes liet men de opgedane ervaring en enthausiasme van vrijwilligers weer wegebben. Nu wordt de energie van de Obama 2012-campagne ingezet voor campagnes over een speciaal thema, zoals beperking van het wapenbezit.
Die strategie werpt zijn vruchten af. Paul Krugman merk op, dat de combinatie van druk door actiegroepen enerzijds en activiteit van linkse senatoren anderzijds ervoor zorgde dat 2013 een onverwacht succesvol jaar was voor het hervormen van de banken. Binnen- en buitenparlementaire actie versterken elkaar hier. Het is een kwestie van tijd voordat we in Nederland de Amerikaanse tactieken afkijken; de PvdA is daar in ieder geval al mee bezig.
Een andere belangrijke reden voor optimisme is de terugkeer – hoe voorzichtig ook – van links economisch denken. Een succesvolle politieke stroming kan niet zonder zijn eigen vorm van economische analyse. Afgelopen jaar hebben we de cyclus verbroken waarin linkse economische discussie identiek is aan de rechtse, met een extra prijskaartje om het wat eerlijker te maken. Met name de Correspondent heeft veel gedaan om onafhankelijke linkse economische voorstellen voor het voetlicht te brengen, bijvoorbeeld met een artikel over het universeel basisinkomen. Inkomensongelijkheid staat weer op de agenda als maatschappelijk probleem.
Iets anders waar ik vrolijk van word is de terugkeer van de vakbond, nog zo’n essentieel ingredient voor links succes. Afgelopen jaar heb ik voor het eerst in mijn leven het concrete resultaat van een staking mogen meemaken: de schappen in de Albert Heijn bij mij om de hoek waren leeg, omdat er een staking was in het distributiecenturm. Organizing, de nieuwe vakbondsstrategie, stelt de bond in staat om ook in de dienstensector actie te voeren. Achter de schermen krijgt de vakbond een nieuwe organisationele vorm, en tegelijkertijd houden acties de boel scherp. Langzaam maar zeker hervindt de vakbond zijn positie.
Kortom, de geest is uit de fles als het om linkse thema’s gaat. Sterker nog, op sommige punten beweegt de consensus al onze kant op. Dat zie je aan het feit dat onze politieke tegenstanders het nodig vinden om tegen ons in te gaan, op onze onderwerpen. Als Robert Baruch een stuk schrijft waarin hij Europa een neoliberaal project noemt, dan is dat niets bijzonders. Als twee VVD’ers het nodig vinden om hem van repliek te dienen, dan weet je dat je aan het winnen bent: blijkbaar was zijn kritiek raak en gevaarlijk genoeg om een reactie uit te lokken. Er is geen groter compliment voor Rutger Bregman denkbaar dan de storm van rechtse tegenstukken na zijn voorstel voor een universeel basisinkomen.
Natuurlijk zou ik mijn rol als bebaarde linkse intellectueel geweld aan doen als ik niet met een minpunt kwam. In de praktische politiek van Nederland gaat het bitter slecht. Onze verzorgingsstaat wordt in rap tempo afgebroken, en de manier waarop wij bevoegdheden naar Europa overdragen betekent dat we op termijn geen enkele ruimte voor sociaal beleid overhouden. Echter, wie alleen naar concreet beleid kijkt heeft van politiek net zo weinig begrepen als een tienjarige die altijd achter de bal aan rent van voetbal. Hoewel de punten gescoord worden waar de bal is, is de plek van de andere spelers net zo belangrijk. Het publiek debat bepaalt het politiek debat. Als je kijkt hoe het publiek debat het afgelopen jaar veranderd is, dan is er alle reden tot optimisme.
Links heeft vijf jaar lang geworsteld om de woede over de economische crisis om te zetten in politieke daden. Nu gaat ons dat eindelijk lukken. Wat we meemaken is het begin van het einde van de absolute dominantie van rechtse ideeen in het maatschappelijk debat. Natuurlijk is het niet zo dat morgen alle problemen opgelost zijn, maar links vertoont wereldwijd – eindelijk, godzijdank – weer tekenen van leven.
Be the first to comment on "2014 wordt een links jaar"