Bregman en Frederik snappen niks van kapitalisme

Bregman en Frederik voeren in ‘Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers’ een spiegelgevecht tegen een niet meer bestaand liberalisme.

Voor de maand van de filosofie hebben Rutger Bregman en Jesse Frederik een aantal van hun columns voor de Correspondent gebundeld in een boek. Het doel is – volgens de achterflap – om de patstelling in het debat over ongelijkheid te doorbreken. Hoewel het boek een aardig overzicht geeft van wat er in de afgelopen tijd over ongelijkheid geschreven is, slaagt het niet in zijn opzet. De reden daarvoor is dat de twee heren een nogal onhandige tegenspeler voor gekozen hebben: het negentiende-eeuws liberalisme.

Het idee van het boek is om de discussie over ongelijkheid te versimpelen door niet het socialistische uitgangspunt te nemen dat iedereen moet krijgen wat ze nodig hebben voor een goed leven, maar in plaats daarvan de maatstaf of iedereen krijgt wat hij verdient op basis van wat hij bijdraagt. Het argument is dan dat een vuilnisman daadwerkelijk waarde creëert, terwijl bankiers na een bepaald punt alleen maar waarde verplaatsen. Bregman en Frederik willen op deze manier de liberalen van nu met hun eigen geschiedenis de maat nemen. In een hoofdstuk gaan ze daar zelfs zo ver in, dat ze Rutte langs de meetlat leggen van de vorige liberale premier, Cort van der Linden (premier 1913-1918).

In de liberale traditie die van der Linden vertegenwoordigt stond – volgens de schrijvers – de notie van onverdiend versus verdiend inkomen centraal. De schrijvers claimen dat dit liberalisme zich afzette tegen het onverdiend inkomen – erfenissen, grondbezit, vermogen – van de adel. Dat adellijke inkomen werd op zijn beurt weer verdedigd door de conservatieven, die stelden dat – bot gezegd – sommige mensen nou eenmaal meer waard waren dan anderen. Het ‘recht om te potverteren’ zoals het in het boek genoemd wordt, werd bijvoorbeeld verdedigd door Nietsche, die schreef: “Een hogere cultuur kan slechts bestaan wanneer er twee castes zijn in de maatschappij: zij die werken, en zij die luieren”

Zoals gezegd is de opzet van Bregman en Frederik om moderne liberalen met deze geschiedenis de oren te wassen. Het probleem met deze redenering is natuurlijk dat de moderne liberalen al lang aan de andere kant van het argument staan. Zij hebben de conservatieve positie omarmd: sommige mensen zijn nou eenmaal beter, en hebben daarom meer recht op geluk dan anderen.

Centraal in dat geloof staat de figuur van de ondernemer. De ondernemer is een soort economische versie van de Nietzscheaanse übermensch, die verder kan kijken dan een gewone sterveling, die schept waar anderen enkel problemen zien, en die kilometers hoog boven zijn omgeving uittorent. Het argument tegen overheidsingrijpen is niet gebaseerd op economische rationaliteit, maar op het idee dat de zwakkeren de sterkeren niet mogen beperken. Net zoals de übermensch niet gehinderd mag worden door de minderwaardige laatste mensen om hem heen, zo mag de ondernemer niet gehinderd worden door regelgeving, parlement of werknemers.

Bregman en Frederik vallen hier voor de aloude valkuil dat het kapitalisme een rationeel systeem is. De kracht van het moderne kapitalisme ligt niet in zijn rationaliteit, maar in zijn culturele dominantie: veel geloven mensen daadwerkelijk dat ondernemers betere mensen zijn dan zij, die om die reden geen strobreed in de weg gelegd mogen worden. Kapitalisme heeft de aristocratische waarden omarmd. De uitspraak van Schumpeter – een van de bedenkers van het idee ‘ondernemer’ – dat je nog het dichtst bij de positie van kasteelheer kon komen door ‘industrieel en commercieel succes‘ moet niet als waarschuwing, maar als aanmoediging geïnterpreteerd worden.

Op deze manier is er een kapitalisme gecreëerd dat niets te maken heeft met de rationele, brave, hardwerkende burgers die in het boek geschetst worden. Het heeft dus ook een enkele zin om het kapitalisme in die termen op te roepen om tot inkeer te komen. Hoewel het natuurlijk hartstikke leuk is om Rutte met citaten over de noodzaak van erfbelasting om de oren te slaan, lost het niks op. Onze tegenstanders zijn allang van positie veranderd. Bregman, Frederik: Your princess is in another castle.

Leave a comment

Your email address will not be published.


*