Hoe verder met de PvdA?

De nederlaag van de PvdA bij de Kamerverkiezingen levert veel gedoe op over de campagne die de PvdA heeft gevoerd. Was het wel slim om Samsom door Asscher te vervangen, en had Spekman niet beter een stropdas kunnen dragen? Het lijkt me allemaal van secundair belang. We zijn op negen zetels uitgekomen, en daarop scoorden we bij Maurice de Hond begin december ook. Je kunt je afvragen waarom de interne lijsttrekkersverkiezing en de rest van de campagne daar geen verandering in gebracht hebben, maar belangrijker is toch hoe we op die negen zetels zijn uitgekomen.

Daarbij vallen twee dingen op. In de eerste plaats is het een voortzetting van de trend sinds 1986. Toen behaalde de PvdA 52 zetels, maar de teleurstelling daarover was haast nog groter dan die over de negen zetels nu. De PvdA kwam niet in de regering! Het roer moest om! We moesten ons meer richten op de middengroepen! Het kwam goed uit dat we net een nieuwe lijsttrekker kregen die de ramen openzette en de ideologische veren afschudde. In plaats van dé linkse partij van Nederland werden we zo een middenpartij, beconcurreerd door GroenLinks en de SP.

Anders dan de bedoeling was, is het electoraal sindsdien bergafwaarts gegaan. Weliswaar met pieken en dalen, maar toch. De pieken werden steeds minder hoog, en de dalen dieper. De verschuivingen werden groter naarmate de binding van kiezers aan politieke partijen afnam, op zichzelf een emancipatieverschijnsel. En nu zitten we dus in een heel diep dal.

De verkiezingsuitslag bevestigt ook dat kabinetsdeelname door de PvdA alleen tot winst leidt na kabinetten waar de PvdA ook de premier levert en die premier lijsttrekker is bij daarop volgende verkiezingen. Dat gold voor Drees in 1952 en 1956, Den Uyl in 1977, en Kok in 1998. Alle kabinetten waar de PvdA aan deelnam zonder dat de premier lid was van de PvdA, hebben tot verlies geleid. Dat gold al in 1948 toen Drees onze partijleider was maar Beel premier, en herhaalde zich bij het kabinet Cals, het tweede kabinet Van Agt, het derde kabinet Lubbers, en het vierde kabinet Balkenende. En nu dus bij Rutte II.

In drie van deze gevallen stapte de PvdA uit het kabinet, waarna het verlies stopte (Cals) of herstel optrad (Van Agt II, Balkenende IV). Nadat Lubbers III de rit had uitgezeten (1994), werd de PvdA weliswaar de grootste partij, maar dat kwam alleen omdat het CDA nog meer verloor. De PvdA zelf verloor twaalf zetels, maar omdat we de grootste werden is dat uit het partijgeheugen gewist.

De nederlaag van nu zag je van verre aankomen. De raadsverkiezingen van 2014 verliepen al dramatisch. In de vier grote steden, ooit de burchten van het wethouderssocialisme, heeft de PvdA nu nog maar één wethouder. Men had daarvóór, net als in 2010, uit het kabinet kunnen stappen. In 2010 had een derde van de PvdA-raadsleden zijn zetel daaraan te danken. Je zou zeggen dat vanwege de decentralisaties het nog belangrijker geworden was om te zorgen voor een goede representatie van de PvdA op gemeentelijk niveau, maar dat vond de PvdA van ondergeschikt belang.

Om verschillende redenen is het niet tot een breuk in het kabinet gekomen. De PvdA wilde niet als wegloper te boek staan. Ze gaf prioriteit aan de regeerbaarheid van het land, en had al ingecalculeerd dat dat electoraal verlies op zou leveren. Voor zover het ging om degenen die in 2012 om strategische redenen op de PvdA hadden gestemd, was dat natuurlijk ook onvermijdelijk.

Anders dan bij Balkenende IV konden de ministers ook goed met elkaar overweg, de ‘chemie’ binnen het kabinet was goed. De ministers waren het ook met elkaar eens dat er een straf bezuinigingsbeleid moest worden gevoerd, de PvdA had na zijn ideologische ook zijn Keynesiaanse veren afgeschud. De PvdA oogstte daarmee ook veel lof in neoliberale kranten als de NRC en de Volkskrant, en van de coalitiepartner. Rutten en Zijlstra rouwen nu met ons mee. Het liefst zou de VVD zien dat voor de komende periode het ‘motorblok’ van VVD, CDA en D66 wordt aangevuld met de PvdA, want die is minder extreem dan GroenLinks en minder lastig bij immateriële punten dan de ChristenUnie.

Ten onrechte heeft de leiding van de PvdA verwacht dat het electorale verlies wel mee zou vallen als het weer goed kwam met de economie. Volgens veel economen trad het herstel eerder op ondanks het beleid dan dankzij het beleid. Ik denk dat ze gelijk hebben. Je kunt ook niet eerst doen alsof de ontwikkeling van de economie een natuurverschijnsel is waaraan je je alleen maar kunt aanpassen, en wanneer het ineens goed gaat dat als vrucht van het beleid claimen.

Veel nieuwe banen zijn ook tijdelijk. Het is Asscher niet gelukt de arbeidsrelaties bevredigend te regelen, zoals het Van Rijn niet lukte om de uitbetaling van de PGB’s goed te laten verlopen. De uitkleding van de verzorgingsstaat is gebleven ook nu het beter gaat: later AOW, korter WW, en minder betaalbare huizen door de verhuurdersheffing. Voor wie bestaanszekerheid centraal stelt is er dus weinig reden tot dankbaarheid aan de PvdA. Nu heeft de PvdA het behoud van de vakantie-uitkering aan bijstandscliënten tot speerpunt gemaakt, maar wie zegt dat de PvdA daarbij ook geen draai gaat maken.

De PvdA heeft zichzelf opgeofferd voor het landsbelang en is nu een kleine partij geworden. Cynici zeggen: de grootste van de single-digit partijen. En: nog nooit was zo’n groot deel van onze kiezers ook lid van de partij. Partijen aan het uiteinde van het politieke spectrum kunnen met negen zetels goed functioneren, maar dat geldt niet voor een partij in het centrum. Die mist dan herkenbaarheid. De premier leveren zit er niet meer in. De PvdA moet daarom zijn aandacht verleggen van de positie van de eigen partij naar die van gezamenlijk links.

1 Comment on "Hoe verder met de PvdA?"

  1. neoliberalisme is een extreme ideologie derhalve kun je de pvda onmogelijk een middenpartij noemen . het is een ultarechtse partij met een verwerpelijke ideologie – dat vele andere partijen eveneens neoliberaal en dus ultrarechts zijn maakt de pvda nog geen middenpartij . als iedereen aan de rechterkant van een schip gaat staan is dat niet het midden van het schip . daar staat de partij van de dieren zich aan de mast vast te klampen met de sp terwijl de boot naar rechts aan het kapseizen dreigt

Leave a comment

Your email address will not be published.


*