Het manifest van Jacques Monasch is een PVV-manifest. Net zoals de PVV bevat het wat linkse retoriek, maar de kern ervan is een kleinere overheid, minder democratische controle en minder solidariteit.
De reden daarvoor is simpel: Monasch begrijpt niet hoe solidariteit werkt. Hij hoopt door het importeren van een flinke dosis populistisch-rechtse plannen de naar de PVV afgedreven kiezer weer aan zich te binden. Dat gaat nooit lukken, omdat hij daarmee ook het bijbehorende conservatieve wereldbeeld mee krijgt. Dat zal onvermijdelijk leiden tot het tegenovergestelde van Monasch’ linkse doelen.
Dat zit zo: de onuitgesproken basis van zijn manifest is dat mensen alleen bereid zijn om iemand anders te helpen die op de een of andere manier op hen lijkt. Hij heeft het consequent over grenzen stellen, zowel fysiek (hij staat bekend als uitgesproken anti-EU) als moreel (hij noemt de hoofddoek een vorm van vrouwenonderdrukking). Er moet een in-groep zijn, die moet liefst zo homogeen mogelijk zijn, en dan kunnen we eens over een verzorgingsstaat gaan nadenken.
Op-elkaar-lijken als reden voor solidariteit is normaal gesproken vooral een populair idee bij conservatieve denkers. Het geeft ze namelijk de kans om links weg te zetten als kosmopolitische dromers en henzelf als realisten – immers, wie houdt er niet meer van zijn eigen mensen dan van iemand die op een ander continent woont? Het past in het conservatieve wereldbeeld, dat zegt dat mensen gewoon kortzichtige, hebberige wezens zijn. Al dat verheven gepraat over solidariteit is maar onzin; mensen willen gewoon dat de overheid voor henzelf zorgt en de rest kan stikken.
In werkelijkheid zijn er genoeg andere redenen om voor solidariteit te zijn. Het wordt bijvoorbeeld steeds duidelijker dat in een gelijkere maatschappij iedereen gelukkiger is. Dat geld ook voor de rijken, zelfs als ze er financieel op achteruit gaan. Je kunt solidariteit dus formuleren als puur egoïstisch beginsel: zelfs als ik in een maatschappij zou wonen waarin ik een schurfthekel aan iedereen heb, zou het nog steeds voor mij persoonlijk beter zijn als die maatschappij een hoge mate van gelijkheid heeft.
Bovendien gaat het volledig voorbij aan het vermogen van mensen om het moreel juiste te doen. Kijk naar hulpacties op televisie als er ergens een ramp geweest is, bijvoorbeeld. Hoe zeer dit ook graag ontkend wordt omdat het niet in het rechtse straatje past: mensen zijn wel degelijk bereid vreemden te helpen, als je het aandurft om ze daarom te vragen.
Monasch gaat dus uit van een heel beperkt idee van solidariteit, dat gebaseerd is op een conservatief mensbeeld. En dat is waarom Monasch populistische manoeuvre nooit gaat werken: als je bescherming van het eigene als basis van links beleid neemt, zal je, hoe strak je de grenzen ook trekt, altijd weer discussie krijgen over wie er nou wel en niet binnen valt. Het is een recept voor voortzetting van de eindeloze, op jaloezie gebaseerde afbraak van de verzorgingsstaat, die nu al gaande is.
Je ziet hetzelfde mechanisme bij Wilders. Hoewel hij bekend staat als iemand die de verzorgingsstaat zal verdedigen (wat een leugen is), zijn de woorden in zijn partijprogramma over uitkeringstrekkers bijzonder hard. De enorme angst dat iemand (en dan vooral: een allochtoon iemand) misbruik van het systeem maakt leidt tot een hele bak repressieve maatregelen, zoals het permanent ontzeggen van het recht op een uitkering bij fraude.
Hetzelfde zie je bij Monasch: als hij moet kiezen tussen de wij/zij-tegenstelling enerzijds of de links/rechts tegenstelling anderzijds, dan kiest hij altijd voor die eerste. Een goed voorbeeld is Griekenland. Is hij elders nog te hoop gelopen tegen multinationals die zich buiten de wet stellen, komt hij bij Griekenland niet verder dan dat er geen geld naartoe moet. Never mind dat de Eurocrisis het grootste voorbeeld is van multinationals die zich aan de gevolgen van hun daden onttrekken: het waren onze banken die dat geld aan Griekenland geleend hebben, en Griekenland is hullie, dus zij moeten boeten.
Zo werkt ook zijn Islamstandpunt: hoofddoeken zijn vrouwonvriendelijk, maar kritiek op de medestanders van Trump (een vrouwenhater bij uitstek) mag niet: dat is dan weer een voorbeeld van de diepe minachting die elitair links zogenaamd tegen de gewone man voelt. Want Trumpstemmers, dat zijn de onzen, en moslims niet.
Zo staat Monasch populistische bril de vorming van werkelijk linkse politiek in de weg. Een werkelijk linkse politiek zou immers vragen stellen bij het feit dat de Eurocrisis net zozeer een product van noordelijke banken als van zuidelijke overheden is. Een werkelijk linkse politiek zou zowel vrouwonvriendelijkheid onder moslims als onder autochtonen aanpakken. Een werkelijk linkse politiek zou de basis voor solidariteit breder maken in plaats van smaller. Met deze lijsttrekker wordt de PvdA een bijwagen van de PVV: het klinkt allemaal wel lekker links, maar in de praktijk komt er niets van terecht.
Steun mij! Dat kan op Patreon.
Leuk beeld erbij! Maar verder kan ik niet om de situatie lachen…
Zoals Joost de Vries in de VK vandaag schrijft: door de leiderschapsverkiezing in de PvdA heel ‘democratisch’ open te gooien voor niet-leden, geef je de populistische rellers van Geen stijl en Geen peil ruim baan.
http://www.volkskrant.nl/politiek/pvda-scoort-aandacht-op-de-koop-toe~a4396817/ Einde verhaal voor de traditionele partijen, verder weg van de deliberatieve democratie en de dialoog kun je niet komen.