In den beginne was er ARPAnet om te zorgen dat Amerikaanse universiteiten veilig samen konden werken aan militaire technologie. In 1972 werd ARPAnet opengesteld voor niet-universiteiten of overheidsinstellingen en 2 jaar later werd een internetprotocol opgesteld. In 1987 werd UUNET opgericht, de eerste commerciële internetprovider. In dat jaar kreeg ook mijn vader internet. Want steeds meer universiteiten hadden hun bibliotheekcatalogi online gezet en geloof me: een onlinecatalogus zoekt veel fijner dan een kaartenbak. En als je 50 bibliotheekcatalogi kan doorspitten kom je altijd weer pareltjes tegen (waar je portemonnee wit van wegtrekt als je niet uitkijkt, maar dat terzijde). Maar internet was op dat moment een tool voor mensen die een specifiek doel hadden. Je moest goed weten waar je moest zijn en er waren bijvoorbeeld nog geen zoekmachines (Archie was de eerste grote in 1990). Er waren wel browsers, maar die werkten niet optimaal. In 1993 kwam er een gratis, goedwerkende en makkelijk te installeren browser: Mosaic. Het was het begin van een bittere strijd om het internet, de browseroorlog.
Doordat Mosaic zo gebruiksvriendelijk was werd er een compleet nieuwe markt aangeboord. In 1977 zei Ken Olsen, oprichter van Digital Equipment Corporation (een bedrijf dat zich richtte op de zakelijke markt): “There is no reason anyone would want a computer in their home” (eerder dat jaar hadden Steve Jobs en Steve Wozniak Apple opgericht en begon de pc aan een definitieve opmars). In 1993 was internet voor veel mensen iets voor een kleine groep mensen. Met Mosaic zagen ineens heel veel mensen mogelijkheden: meer bedrijven bouwden een website en meer mensen wilden het wereldwijde web op. Eén van de bouwers van Mosaic, Marc Andreessen, begon met een paar investeerders een commercieel bedrijf: Netscape Communications en maakte een verbeterde versie van Mosaic: Netscape Navigator.
Hun mascotte was Mozilla: de Mosaic Killer. Netscape wilde een browser maken die hetzelfde werkte bij ieder operating system en dit was tegen het zere been van Bill Gates. Microsoft had de opkomst van internet voor een breed publiek onderschat, net als Ken Olsen de opkomst van de pc nog geen 20 jaar eerder. Maar daar waar zijn bedrijf uiteindelijk werd overgenomen door Compaq ging Gates in de tegenaanval om de positie van Windows veilig te stellen. Bij iedere Microsoft-computer die werd afgeleverd werd Internet Explorer gratis meegeleverd. Volgens Microsoft innovatie en voortschrijdend inzicht: door de opkomst van internet kon Windows niet meer voldoen aan de verwachtingen van de klanten als internet niet geïntegreerd was. Volgens de concurrentie het typische gedrag van een monopolist.
Het Openbaar Ministerie was ook niet gecharmeerd van de actie van Microsoft en in 1998 werd het bedrijf aangeklaagd omdat het concurrenten willens en wetens uit de markt drukte. In 2001, na meerdere rechtszaken werd een schikking getroffen en vanaf dat moment kregen concurrenten een aantal jaar lang toegang tot onder andere broncodes van Explorer. Ook de Europese Commissie klaagde Microsoft aan, in eerste instantie vanwege de Media Player, maar later kwam daar ook Explorer bij. Het leidde tot een miljardenboete.
Gelijktijdig speelde er nog een ander probleem. Op een gegeven moment surfte 95% van alle gebruikers met Explorer. Voor criminelen was het dus veel aantrekkelijker om een virus te schrijven om Explorer aan te vallen dan om, bijvoorbeeld, Safari aan te pakken. Voor beide browsers ben je ongeveer even veel tijd kwijt aan voorbereiding, maar met Explorer vis je in een grotere vijver met een groter net. Steeds meer mensen gingen op zoek naar een alternatief voor Explorer. In eerste instantie werd Mozilla Firefox, een open source browser, populair. Maar inmiddels is Google Chrome de grootste browser.
Inmiddels is Google ook niet meer veilig voor de Europese Commissie. Een paar dagen geleden werd bekend dat Google aangeklaagd wordt omdat de zoekmachine van Google de commerciële producten van Google voorrang geeft in de resultaten. Maar daar waar zowel de Amerikaanse als de Europese Justitie achter Microsoft aanzaten, is nu in de Verenigde Staten met verbazing en boosheid gereageerd op de aanklacht. Het beeld daar is dat Europese bedrijven gewoon jaloers zijn dat ze het Amerikaanse succes niet kunnen evenaren en technologisch gezien achter lopen. Een cynicus kan zeggen dat het Amerikaanse OM niet zal willen bijten in de hand die hen voedt met informatie. Dankzij Edward Snowden weten we dat de grote bedrijven meerdere keren informatie overgedragen hebben aan justitie.
Maar er is nog iets anders aan de hand: wij Europeanen vinden Google wel heel makkelijk. In de VS gaat 68% van de zoekopdrachten via Google en in Europa is dat 90%. Dus verbreed je horizon en ga eens op stap bij een andere zoekmachine. Ikzelf gebruik graag duckduckgo.com, een zoekmachine die je niet volgt en niet de zoekresultaten aanpast aan je politieke voorkeur. En als je dan toch bezig bent, klik dan even op thema en maak de achtergrond van duckduckgo zwart. Een beeldscherm verbruikt meer stroom om lichte kleuren weer te geven en door de achtergrond van je zoekmachine donker te maken kun je zelf heel makkelijk een paar bomen redden. Natuurlijk is het goed dat overheden uitzoeken of de markt wel eerlijk werkt en je zult mij daar echt niet over horen klagen, maar in dit geval kunnen we beter zelf actie ondernemen.
Bij Internet Explorer zijn gebruikers vooral weggegaan omdat hun computer meer risico liep en het in hun eigenbelang was om een alternatief te zoeken. De boetes die Microsoft kreeg hadden veel minder effect. Op dit moment voelen we nog niet de noodzaak om ons los te maken van Google, maar echt het kan geen kwaad. Bedrijven weten echt wel dat ze er alles aan moeten doen om goed te scoren bij Google Search en hoog te komen bij de Google Ads, dus ben je een keer op zoek naar de beste aanbieding? Vergelijk dan ook de resultaten van verschillende zoekmachines. De uitkomst kan nog wel eens verrassend zijn.