Het moet maar eens van mijn hart: ik heb een onvoorstelbare politieke crush op Lutz Jacobi. Ze heeft alles mee om de ultieme anti-politicus te worden, met d’r provinciale roots en d’r stem alsof ze iedere ochtend een zak koolgruis gorgelt. Ik had daarom gehoopt dat ze zich in de aankomende PvdA-leiderschapsverkiezingen zou ontpoppen als de Nederlandse Bernie Sanders of Jeremy Corbyn: een buitenstaander waar de partij niet op zat te wachten, die de boel eens flink naar links zou trekken. Helaas, het heeft niet mogen zijn: vandaag maakte ze bekend zich uit de landelijke politiek terug te trekken. Na elf jaar komt er een eind aan het tijdperk-Lutz.
Dat is jammer, want daarmee wordt de kloof tussen burger en politiek weer een stukje groter. Het gemiddelde PvdA-Kamerlid is vooral bezig mensen op afstand te houden. Volgens de lijn-Samsom weet de kamerfractie wat goed voor ons is, en iedereen die daar tegenin gaat is een bedreiging. Vragen zijn maar lastig. Meningen zijn een gevaar voor het regeerakkoord. Voor je het weet heb je een of ander eigenwijs lid met een petitie aan je broek. Ik heb Samsom in een wigformatie van onderknuppels partijbijeenkomsten zien verlaten.
Lutz daarentegen houdt van mensen. Toen het congres in Leeuwarden gehouden werd – voor haar een thuiswedstrijd – moest ze de zaal in getrokken worden omdat ze in de hal maar telkens bekenden bleef tegenkomen. Sommigen daarvan hadden familie, vrienden of zelfs de buren meegenomen, gewoon om eens een PvdA-congres en het fenomeen Lutz mee te maken. Ze staat daarom voor mij symbool voor wat de PvdA zou moeten zijn: een open club die bestaat om de gewone man toegang tot de macht te geven.
Dit alles is meer dan een kwestie van persoonlijkheden. Het is een ideologische keuze of je vindt dat een politieke partij open zou moeten staan voor gewone mensen. Volgens die zelfde neoliberale logica die zegt dat vakbonden maar kartels van werknemers zijn, zou een politieke partij niks meer zijn dan een groep mensen die samenbalt om de markt te verstoren door voor hun eigen deelbelang op te komen. Als politicus moet je je daarom zo min mogelijk gelegen laten liggen aan wat je achterban wil, en doen wat het ‘objectieve’ landsbelang dicteert.
Je zag dit ook in Samsom’s verkiezingsretoriek over ‘het eerlijke verhaal’. De boodschap was: sociaaldemocratische kiezers zijn eigenlijk maar hebberig, en dus moet je niet naar ze luisteren. Daarmee volgde hij precies dit neoliberale script. De PvdA is zo afstandelijk, omdat onze politici zelf zijn gaan geloven dat contact met de burger een vorm van clientelisme is. Dit alles is aan Lutz niet besteed: van alle Kamerleden haalde zij het vaakst mensen naar Den Haag.
In een tijd waarin de burger steeds meer uitgesloten wordt, en tegelijkertijd VNO-NCW steeds meer macht krijgt, is het uitnodigen van busladingen Friezen naar de Tweede Kamer meer dan een handige reclamestunt: het is een fundamenteel radicale daad, die ter discussie stelt wie het in Nederland eigenlijk voor het zeggen heeft. Met Lutz gaat voor de PvdA een politiek talent verloren. Daarmee is de lol ook uit de leiderschapverkiezingen. We veroordeeld tot een saaie wedstrijd tussen Asscher en Aboutaleb over wie er het best op Wilders’ schoot kan kruipen. Helaas.
Be the first to comment on "I love Lutz"