Waarom Brexit?

Donderdagnacht, toen de exitpolls uit Newcastle dramatische bewegingen in de wisselkoersen veroorzaakten werd ik meegezogen in een wilde tour van onbekende Britste kiesdistricten, terwijl ik mijmerde over de gestage zelfvernietiging van de liberale democratie.

Het is duidelijk, zoals de zaken nu staan, dat de uitkomst van het Brexit-referendum een rare beslissing van het Britse electoraat is. Ik zie drie manieren waarop de dingen zich nu kunnen ontwikkelen. Ten eerste is er het Noorse scenario. Het VK betaalt dan contributie en volgt alle EU-regels, maar heeft niets te zeggen hebben over wat er besloten wordt. Dit scenario is duidelijk in tegenspraak met het vage begrip soevereiniteit van de Leave-campagne. Een tweede optie is die van Canada, dat nu al zeven jaar werkt aan een bilaterale handelsovereenkomst met de EU. Het is lastig te zeggen hoe de uitkomsten van die onderhandelingen eruit zouden zien, maar het is zeker dat de EU lidstaten – zeker degene met hun eigen volksoproeren – niet snel bereid zullen zijn concessies te doen. De derde mogelijkheid is met de EU te handelen op grond van de WTO-regelgeving, wat sterk nadelig zou zijn voor het VK.

Het tweede en derde scenario is een erg moeilijke weg omdat het VK een zeer open economie is die sterk afhankelijk is van import. Het kan heeft dus veel te verliezen door het opwerpen handelsbarrières en kan weinig concessies doen door meer toegang te verlenen tot zijn eigen markt. Het Britse handelstekort biedt weinig ruimte om eigen exportindustrieën te ondersteunen terwijl de ergste ellende overtrekt. Het VK was in het verleden juist een drijvende kracht achter de interne markt en de internationale handelsverdragen van de EU, terwijl het tegelijkertijd iedere poging om belastingen, werknemersbescherming of sociale zekerheid te harmoniseren frustreerde.

Zinloos

De mogelijke alternatieven zijn allemaal dus behoorlijk onwenselijk, maar wat vooral opvalt is dat het helemaal niet zo moeilijk is om uit te leggen waarom ze onwenselijk zijn, ongeacht wat je politieke standpunt verder is. Door Europa te verlaten verliest het VK zowel de economische voordelen van integratie, als ook de voor linkse belangrijke Europese mogelijkheden om iets te doen aan de internationale race to the bottom. Dat laatste zou stof tot nadenken moeten zijn voor iedereen die aanhanger is van het warrige idee van een ‘linkse Brexit’.

Voor progressieve kosmopolieten, waar ik mezelf toe reken, is het resultaat van het referendum daarom een schok, en omdat ik niet kon slapen dacht ik na over de komende maanden. Ik kan niet ontkennen dat ik gespannen uitkeek naar het politiek spektakel van volgende dagen. Mijn onderzoek draait immers om financiële chaos, en de machteloosheid van staten sinds het uiteenvallen van het Bretton Woods-systeem.

Wat me echter ook wakker hield was de zinloosheid van deze beslissing. Grote delen van het Britse electoraat lijken de economische implicaties van de Brexit simpelweg te hebben genegeerd. Dat vraagt om uitleg. Een makkelijk antwoord is te wijzen op een veronderstelde bekrompenheid en xenofobie van de Britse arbeidersklasse. Dit is vooralsnog de meest prominente analyse. Het plaatst rationele pro-EU argumenten tegenover zorgen over migratie die door het anti-EU kamp opgerakeld zijn. De beste beslissing is om te blijven, maar een angst voor migranten en een vaag idee van nationale soevereiniteit heeft uit eindelijk gewonnen.

Dit is een zelfgenoegzaam verhaal waarin een dappere kosmopolitische jeugd tegenover angstige gepensioneerde arbeiders gezet worden. Ik denk ook dat het ook onjuist is. Hoewel de gemiddelde Britse pensionado niet zoveel bij een Brexit te verliezen heeft als een twintiger met carrièreplannen in het buitenland, kan ik moeilijk geloven dat een geïnformeerd electoraat de zelfde keuze had gemaakt. Wat me in deze overtuiging sterkt is dat de Remain-campagne draaide om modellenhocuspocus van pseudo-authoritatieve internationale instellingen en economische spookverhalen. Een simpele schets van het mechanisme waardoor de economische ellende zou ontstaan vond men blijkbaar te moeilijk voor de gemiddelde kiezer. Labour heeft het zichzelf nog makkelijker gemaakt door niet aan het debat mee te doen, waardoor een maand voor de verkiezingen veel aanhangers niet eens de positie van de eigen partij kenden.

Elitair land

De ware achtergrond van het Brexit-besluit – voor zover ik het kan overzien – is de combinatie van een verschrikkelijk oninformatieve campagne en een diep wantrouwen tegenover de media. Michael Gove – hoezeer men hem ook belachelijk maakte – had gewoon gelijk toen hij zei dat het Britse publiek het zat is dat experts hen vertellen wat ze moeten doen. Wantrouwen kan echter ook goede gronden hebben, en ik denk dat het verstandig is om de vraag te stellen waar dit wantrouwen vandaan komt.

Het is makkelijk om de tabloids de schuld te geven, aangezien zij verschrikkelijke desinformatie verspreid hebben bij deze en vorige volksraadplegingen. Maar dit is slechts een symptoom van een politiek systeem dat amper de moeite neemt om z’n bevolking correct te informeren. Het heeft daarom denk ik niet zoveel zin om over xenofobie te praten en des te meer om te kijken naar het bizarre gebrek aan diversiteit in het Britse politieke systeem.

Kijk bijvoorbeeld eens naar de getallen uit de studie “Elitist Britain“. Slechts zeven procent van het Britse publiek ging naar een dure privéschool, maar deze achtergrond is prominent in alle belangrijke maatschappelijke posities: 71% van de hoge rechters, 45% van de bestuurders van openbare lichamen, 43% van de columnisten, 36% van het kabinet, 33% van de parlementsleden, 26% van de BBC-directeuren en 22% van het Labour-schaduwkabinet. Toegang tot Oxford en Cambridge is nog beperkter, maar 75% van de hoge rechters, 59% van het kabinet, 47% van de columnisten, 44% van de bestuurders van openbare lichamen 38% van de leden van het Hogerhuis, 33% van de BBC-directeuren, 33% van het Labour-schaduwkabinet en 24% van de parlementsleden zijn naar een van die twee universiteiten geweest.

Mijn bewering is niet dat de Britse elite de bevolking opzettelijk misleid heeft. Maar je kunt wel zeggen dat ze bar weinig gedaan hebben om de interesse van de bevolking te waarborgen. Sociale ongelijkheid staat niet hoog op de politieke agenda. Voor de gemiddelde journalist, opgeleid in Oxford of Cambridge, is het makkelijker om te praten over migranten en de EU dan over het disfunctionele klassensysteem en de eigen privileges. Overheidsbeleid heeft de afgelopen decennia overwegend de belangen van de elite gediend. Om de bekende statistieken nog maar eens te herhalen: In Groot-Brittannië bezitten de rijkste 1% net zoveel als de armste 55%. Laatst was ik in Manchester, waar de daklozen prominent zichtbare tentenkampen opgezet hebben om aandacht te vragen voor de bezuinigingen op daklozenopvang. Door bezuinigingen op de stadsreiniging ligt overal met stof bedekt vuilnis. Dit is slechts een van de consequenties van een Tory-regering die het ene na het andere getikte plan verzint dat overweldigend de arbeidersklasse treft; een regering die bovendien slechts door 24% van de kiezers verkozen is.

Hoewel het misschien extremer en zichtbaarder is dan in de rest van Europa, is concentratie van macht en rijkdom zeker niet enkel een Brits probleem. De instandhouding van deze ongelijkheid kan alleen gebeuren zolang grote delen van de bevolking misleid zijn over hun echte belangen. Hierdoor wordt tegelijkertijd het vermogen van democratische instellingen om zinnige beslissingen te nemen steeds verder ondermijnd. Elitaire politieke partijen blijven enkel aan de macht door misleiding, leugens en angst. Het Verenigd Koninkrijk is slechts een voorloper in het op deze manier steeds verder disfunctioneren vorm van het democratische systeem.

Jens van ‘t Klooster werkt aan een proefschrift over democratische legitimiteit en de centrale bank.

 

Be the first to comment on "Waarom Brexit?"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*