De EU is geen succesverhaal

De Volkskrant is boos op het volk. Arie Elshout schrijft: Laat het volk aan het woord en het gromt. Met de Europese Unie vaak als kop van jut.’ En dat terwijl volgens Elshout de EU een succesverhaal is. Dat zou blijken uit de steeds verdergaande uitbreiding.

Volgens mij is de EU helemaal geen succesverhaal. Het primaire doel was het voorkomen van een nieuwe oorlog tussen Frankrijk en Duitsland. Dat is gelukt. Maar het is de vraag of de EU of zijn voorloper de EGKS daaraan veel heeft bijgedragen. De inbedding van beide landen in de NAVO was denk ik belangrijker.

Nog veel belangrijker was echter de diepgaande cultuurverandering die in Duitsland door de Tweede Wereldoorlog is ontstaan. Geen herlevend militarisme waar links vlak na de oorlog bang voor was. Duitsland is nu het meest pacifistische land van Europa. Terwijl Engelsen en Amerikanen bombardementen nog steeds zien als een manier om een oorlog te winnen, identificeren de Duitsers zich met de slachtoffers. Vorig jaar nog zag je overal in Berlijn wat voor schade de bombardementen hadden aangericht. Het leek Aleppo wel.

Daarom wilde Duitsland ook niet meedoen aan de invallen in Irak en Libië, tot ergernis van de bondgenoten. Dat maakt het niet makkelijker om tot een gezamenlijk buitenlands beleid te komen. Dat is toch al lastig zolang Frankrijk en Engeland er niet over piekeren hun eigen zetel in de Veiligheidsraad op te geven voor een zetel van de EU. En niemand weet ook wat er dan met de kernwapens van die landen moet gebeuren.

Wel een succes was het slechten van de tolmuren in de eerste periode van de EEG. Dat heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de sterke economische groei die West Europa tot ca 1975 gekend heeft, hoewel niemand echt kan zeggen hoeveel. Maar daarna zien we toch een grote reeks beleidsfiasco’s.

In 1979 kreeg de EEG zijn eerste rechtstreeks gekozen parlement. De leden daarvan kwamen vooral in het nieuws door frauduleuze declaraties. De kiezers lieten het ook al snel afweten. Europese verkiezingen bleven tweede-orde verkiezingen, waarbij de kiezers voor zover ze opkwamen zich lieten leiden door hun voorkeur binnen de nationale politiek. Politieke bleef Europa even bloedeloos als een Nederlandse provincie. In de strijd tegen de plaatsing van kruisraketten was de leus ‘De kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland’. Europa speelde er geen rol in.

Van Europa hoorden we weer met de invoering van de interne markt. Daarbij moest er conform de neoliberale doctrine voor alles een gelijk speelveld worden gecreëerd. Dat ging gepaard met gedetailleerde regelgeving, soms lachwekkend, vaak ergerniswekkend. Staatssteun werd een vies woord. Overheden werden onderworpen aan een bureaucratisch aanbestedingsregiem dat de creativiteit belemmert. NS en ProRail moesten worden gescheiden, waar de treinreiziger nog steeds de nadelen van ondervindt.

Er kwamen Europese subsidies, waarmee men trachtte te bereiken dat Europa ging leven voor de burger. Die zou meer van de EU gaan houden wanneer hij in Wassenaar over een fietspad reed waarbij op een groot bord stond dat dat pad was aangelegd met subsidie van de EU. Ook hier veel gedetailleerde regelgeving, die desondanks fraude niet kon voorkomen. Er kwamen speciale bureaus om gemeenten de weg te wijzen door de bureaucratie.

En toen kwam de euro. Mensen hadden het idee dat dat tot hogere prijzen leidde, maar het CBS kon dat niet constateren. Waarschijnlijk was het effect vooral dat de referentieprijzen die mensen in hun geheugen hebben zitten, onbruikbaar waren geworden waardoor het moelijker werd om bij aankopen binnen je budget te blijven. Maar de onvrede was er niet minder om.

Na de bankencrisis bleken andere consequenties van de invoering van de euro veel ernstiger. Landen hadden geen eigen centrale bank meer die garant stond voor hun kredietwaardigheid zolang ze schulden in hun eigen aangingen. Zwakke landen konden niet meer devalueren, en Keynesiaans beleid was verboden door de strenge begrotingsregels. Die laatste waren vooral het gevolg van een ander Duits trauma, de hyperinflatie in de jaren twintig van vorige eeuw. Al jarenlang is in Spanje en Griekenland nu de helft van de jeugd werkloos.

En dan was er de uitbreiding, waardoor Oosteuropese landen deel gingen uitmaken van de EU. Die waren veel minder welvarend dan de landen die tot dan toe lid waren, en waarop de regels waren afgestemd. In de oude EU-landen waren bouwvakkers en vrachtwagenchauffeurs de klos. De woede daarover bleek bij de referenda over de Europese grondwet in 2005, toen we nog niet eens de eurocrisis beleefd hadden. Alleen in de gemeenten waar veel mensen een werkster hebben stemden veel mensen voor.

En dan kwam er ook nog het Schengenakkoord, dat grote aantallen vluchtelingen naar Europa lokte, waarbij het welkomstbeleid van Angela Merkel een grote rol speelde. Ook hier Duitse trauma’s die de andere landen zo niet kennen: schaamte om de Holocaust, die de Duitsers ook nog steeds ingepeperd wordt, en herinneringen aan het eigen vluchtelingenverleden. Europa moet nu kiezen tussen het recht van vrije vestiging van iedereen in de wereld die dat wil, of maatregelen om dat te voorkomen die strijdig zijn met ons zelfbeeld van beschaafd land.

Alles bij elkaar zou ik dat geen succesverhaal willen noemen. Maar, hoor ik Elshout zeggen, er willen toch steeds meer landen lid worden? Dat geldt voor relatief arme landen aan de zuidoost kant. Die verwachten financieel profijt van het EU-lidmaatschap, en bescherming tegen de Russische beer. Maar ze zijn niet bereid om ook wat terug te doen, zoals ook eens wat vluchtelingen opnemen of klimaatverpestende kolencentrales te sluiten. Er komen partijen aan de macht die zich keren tegen wat wij als Europese waarden zien.

Als reactie daarop zie je afbrokkeling aan de noordwestkant. In Noorwegen wilde de bevolking geen lid worden. Denemarken en Zweden wezen bij referenda de euro af, John Major had dat zelf al gedaan. Ten noordwesten van Nederland zijn er geen landen die èn lid van de EMU èn lid van de NAVO zijn. Als de Brexit doorgaat wordt de positie van Nederland nog meer excentrisch.

Moet Nederland dan ook vertrekken uit de EU? Volgens het veel gesmade verdrag van Lissabon kan dat. Maar ik ben er niet voor, omdat Nederland nu eenmaal een andere geografische positie heeft dan het Verenigd Koninkrijk. Maar Nederland moet er wel op inzetten dat we ophouden te praten over het Europese project en de steeds hechtere unie.

Lidstaten moeten veel meer vrijheid krijgen. Er moet een andere cultuur komen binnen de Brusselse community van ambtenaren, politici en journalisten, waarbij zij zichzelf niet langer zien als een Gideonsbende die de weg wijst naar de Europese heilstaat, maar er in berusten dat het politieke hart van de Europeaan klopt in zijn nationale hoofdstad. Met een Brexit verliest Nederland op dat terrein een belangrijke bondgenoot.

De Publieke Tribune is op zoek naar schrijvers

Be the first to comment on "De EU is geen succesverhaal"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*