Heeft de PvdA nog toekomst?

Vrijdag 5 juni organiseerde de Werkgroep Geschiedenis van de Wiardi Beckman Stichting een boeiende en goed bezochte bijeenkomst over de sociaal-democratie tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er was een toepasselijke plaats voor gekozen: Huis Doorn, waar de voormalige Duitse Keizer Willem II zijn toevlucht nadat hij uit Duitsland was verdreven. Er is in de PvdA veel belangstelling voor de geschiedenis van het socialisme.

Maar tijdens de pauzes ging het ook over iets anders: heeft de PvdA naast een rijke geschiedenis ook nog een toekomst? Er is alle reden die vraag te stellen. De PvdA heeft nog nooit zo laag in de peilingen gestaan. Bij Maurice de Hond scoorden we tweemaal achter elkaar nog maar negen zetels. Daarmee zijn we niet alleen van double digit naar single digit partij gereduceerd, negen zetels komt overeen met nog maar zes procent van de stemmen, een procent meer dan de Duitse kiesdrempel die veel partijgenoten vroeger als een wenselijk voorbeeld zagen.

En wat misschien het ergste is, na de SP is nu ook GroenLinks over ons heen gegroeid, waarmee we de derde partij op links zijn geworden, voor hen die D66 nog als een linkse partij zien zelfs de vierde. Alleen onder burgemeesters van grote steden is de PvdA nog de grootste. Maar dat zal niet zo blijven. Tot nu toe onderscheidde de PvdA zich van de ideologisch meer geprofileerde partijen op links door zijn bestuurlijke prestaties, maar daar blijft zo ook weinig van over. Alle reden dus de vraag te stellen of de PvdA nog wel een toekomst heeft.

De verwachting was dat het beter zou gaan met de PvdA wanneer het eenmaal wat beter zou gaan met de economie, maar dat is tot nu toe niet uitgekomen. Misschien komt dat nog, maar het helpt daarbij niet dat de PvdA eerst de crisis heeft afgeschilderd als een natuurverschijnsel, want dat geldt dan ook voor het overgaan van de crisis. Dat is overigens niet zo, want de geldschepping door de ECB speelt een grote rol bij de verwachte opleving, maar dat was niet bepaald een maatregel die door onze minister van Financiën werd toegejuicht. Met de werkgelegenheid zou het ook veel beter gaan wanneer er niet zoveel ontslagen in de zorg hadden plaats gevonden, een rechtstreeks gevolg van het kabinetsbeleid.

Veel journalisten vinden dit een prima kabinet omdat het er in is geslaagd ondanks de minderheidspositie in de Eerste Kamer een groot wetgevingsprogramma te verwezenlijken. Maar wat we vooral zien is falen bij de uitvoering. De ellende met het PGB is daar het duidelijkste voorbeeld van. De toegenomen werkloosheid in de zorg treft niet alleen de zorgverleners, maar ook hun cliënten. De wijziging van het ontslagrecht biedt tijdelijke medewerkers geen extra bescherming maar het tegendeel. Tegelijkertijd mislukt de centralisatie bij de politie. De privatisering bij de spoorwegen levert ons Fyra en fraude op. Bijstandscliënten worden geconfronteerd met volstrekt onredelijke en idioot hoge boetes. Huisartsen krijgen geen vergoeding meer wanneer ze een patiënt bezocht hebben op de dag van zijn overlijden.

Voor dat alles mag de PvdA de verantwoordelijkheid hebben genomen, het is niet uitsluitend onze schuld. Wanneer de PvdA niet in de regering had gezeten maar de VVD met andere partijen had geregeerd, was dit alles ook gebeurd. Maar stel je de toespraak eens voor die Diederik Samsom dan op ons verkiezingscongres had gehouden, waarin hij deze ontwikkelingen stuk voor stuk had gehekeld. Het had hem minutenlang applaus opgeleverd. En de PvdA was op weg geweest naar een klinkende verkiezingsoverwinning. Maar ja, wat dan?

Hoewel in het verleden bereikte resultaten geen garantie bieden voor de toekomst, is een blik op het verleden daarmee nog niet zinloos. Alle kabinetten waaraan de PvdA deelnam zonder de premier te leveren hebben tot electoraal verlies geleid, of onze partijleider nu Drees, Vondeling, Den Uyl, Kok of Bos heette. Dat geldt overigens niet alleen voor de PvdA. Ook voor D66 heeft meeregeren alleen maar verlies gebracht en voor GroenLinks pakte de participatie in de Kunduz coalitie al desastreus uit. Kiezers mogen cynisch zijn over politici, er is voor politici even veel reden cynisch te zijn over de kiezers.

Soms heeft de PvdA het verlies gekeerd wanneer het kabinet ten val kwam, zoals na het tweede Kabinet Van Agt en het vierde kabinet Balkenende. Een derde van de PvdA-raadsleden die in 2010 gekozen werden had die verkiezing te danken aan de kabinetscrisis. De val van het kabinet Cals in de nacht van Schmelzer heeft in ieder geval een verdere electorale teruggang gestuit.

Dat roept de vraag op wat er gebeurt wanneer de PvdA nu uit het kabinet stapt. Vaak lees je dat de PvdA dat nooit zal doen vanwege de belabberde peilingen. Maar het verleden leert dat die geen statisch gegeven zijn. Aan de andere kant, we weten niet of de kiezer de PvdA zijn medewerking aan een rechts kabinet opnieuw zal vergeven.

Maar kabinetten waarin de PvdA is blijven zitten zonder de premier te leveren, leidden altijd tot verlies, en des te meer naarmate het electoraat volatieler is geworden. Hoogstens mag je hopen dat het met de coalitiepartner nog slechter gaat, zoals in 1994, maar dat is nu onwaarschijnlijk, en zal ons niet tot de grootste partij maken.

Ik gok er daarom op dat, wil de PvdA overleven, men voor 2017 uit het kabinet moet stappen, op een onderwerp waarin men de identiteit van de partij goed tot uitdrukking kan brengen. Het nieuwe belastingstelsel zou zo’n onderwerp kunnen zijn. Maar dan moet de PvdA zelfbewust de onderhandelingen voeren, en het conflict niet uit de weg gaan.

1 Comment on "Heeft de PvdA nog toekomst?"

  1. Leendert Jjonker | June 10, 2015 at 12:03 pm | Reply

    Beste Paul,
    In theorie zou een zelfbewuste opstelling in de komende periode natuurlijk het tijd voor de PvdA kunnen keren. De vraag is alleen: is het realistisch om dat te verwachten.
    In het belastingdossier hebben we tot nu toe vooral stevige taal van de VVD gehoord: De ZZP-er die zelf maar moet zien hoe aan zijn pensioen komt en zich verzekert tegen inkomensrisico’s als oplossing voor de “last” van de verzorgingsstaat. De PvdA is muisstil en laat Ton Heerts die zijn best doet tot nu toe in de kou staan.
    Dan de zogenaamd innovatieve nieuwkomers als AirBNB, Uberpop en Bitcoin, wier innovatie er vooral uit bestaat dat ze lak hebben aan geldende regels die het speelveld bepalen en de zwakkeren beschermen. De PvdA lijkt vooral mee te bewegen. Staatssecretaris Mansveld onderzoekt bijvoorbeeld of de taxiwetgeving niet moet worden versoepeld zodat Uberpop zijn gang kan gaan en de taxi-CAO en de Wet personenvervoer aan zijn laars kan blijven lappen
    De VVD-aanpak van de sociale huursector is in oorsprong bedacht door Wouter Bos die – als minister van Financien in het laatste kabinet Balkenende – de verhuurdersheffing bedacht en destijds zijn partijgenoot Vogelaar beentje heeft gelicht toen die daar weinig gecharmeerd van was…
    En ga zo maar door. De huidige koers vamn de PvdA wordt niet alleen bepaald door compromissen die men noodgedwongen heeft moeten sluiten met de VVD, maar wordt misschien nog in sterkere mate bepaald door dat de eigen partijtop aan deze “compromissen” de voorkeur lijkt te geven oven het eigen programma dat in 2012 met zo veel verve werd verdedigd in de verkiezingsstrijd.

    Soms lijkt men dat te beseffen. Dan wordt er op een politiek ledenraad in mei van dit jaar ineens veel werk gemaakt van een thema als verbinding. Een van de centrale thema’s die het resultaat waren van een inspirerend project van de Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA: het Van Waarde – project. De politiek conclusies werden destijd deskundig kalt gestelt in een uitgeklede resolutie op het partijcongres waar het werd behandeld.

    Anders gezegd: Ik geloof er niet erg meer in

Leave a comment

Your email address will not be published.


*