Afgelopen dinsdag overleed de Venezolaanse president Hugo Chavez. Hoewel zijn lijk nog warm is, staan het Westen alweer te popelen om zichzelf de weelde van de Venezolaanse olie toe te eigenen. De argumenten die daarbij gebruikt worden, zijn precies dezelfde argumenten die in Europa gebruikt worden om onze rechtvaardige samenleving af te breken: minachting voor de armen en haat voor degenen die het lot van de armen proberen te verbeteren.
Degene die het het bontst wist te maken, wat Pamela Sampson, een journaliste voor het Amerikaanse persbureau AP. Zij schreef:
Chavez heeft de olieweelde van Venezuela geinvesteerd in programma’s zoals van staatswege georganiseerde voedselmarkten, cash bijdragen voor arme families, gratis klinieken en onderwijs. Maar die vooruitgang stak mager af bij de spectaculaire constructieprojecten die de olierijkdom teweeg bracht in het Midden-Oosten, waaronder ‘s werelds hoogste gebouw in Dubai, en plannen voor dependances van het Louvre en het Guggenheim-museum in Abu Dhabi.
Met andere woorden: het was beter geweest als Chavez zijn geld geinvesteerd had in het binnenhalen van schilderijen en Griekse vazen, in plaats van in het verbeteren van het lot van mensen die van minder dan 2 dollar per dag moeten rondkomen. Dat Chavez het analfabetisme uitgebannen heeft, de extreme armoede aangepakt heeft en de toegang tot voedsel en gezondheidszorg verbeterd heeft, doet er niet toe. Wie de gewone man helpt is een loser en mag vertrapt en veracht worden, wie zich richt op de elite en de wereld voor hen comfortabel maakt, is goed en moet geprezen worden.
Deze haat tegen de gewone man is geen toeval: voor de mensen die het huidige maatschappelijke systeem verzonnen hebben was het fundamentele punt in hun denken; we zien het bijvoorbeeld terug bij de Oostenrijkse econoom Ludwig von Mises. Hij was een van de grondleggers van de Oostenrijkse school, de manier van economisch denken die op dit moment de westerse wereld bestiert. In een brief aan Ayn Rand vatte hij zijn ideeen over de gewone man als volgt samen:
Jij hebt de moed om de massa te vertellen wat geen enkele politicus hen verteld heeft: jullie zijn inferieur en iedere verbetering in jullie omstandigheden die jullie als vanzelfsprekend beschouwen komt door het werk van mannen die beter zijn dan jullie.
Ook in Nederland wordt er zo over de armen gedacht. Het propagandablog Z24 schreef over de opvolger van Chavez: “Hoe meer geld ze kunnen verdienen aan de olie, hoe meer geld er is om het volk rustig en tevreden te houden.”, en “Op de korte termijn zal dus naar verwachting veel bij het oude blijven wat de oliewinning in Venezuela betreft. Al is het alleen maar om het volk rustig te houden.” Hier zien we dezelfde manier van denken over de armen: ze moeten afgekocht worden. Het is dezelfde fundamentele hypocrisie die je ziet als de VVD het over belastingverlaging heeft: geld geven aan de rijken is rechtvaardige lastenverlichting, geld geven aan de armen is het afkopen van luie en gevaarlijke mensen.
Natuurlijk is het zo dat Chavez zelf ook niet van onbesproken karakter is. Hij heeft in 1992 geprobeerd om een democratisch gekozen (maar bloeddorstige) regering omver te gooien, onderhield contacten met dubieuze dictators als Fidel Castro, en rommelde met de persvrijheid. Bovendien: het zal niet de eerste keer zijn dat er na het verdwijnen van een sterke leider zoals hij nog veel meer lijken uit de kast komen. Maar al die dingen zijn voor de rest van de wereld niet belangrijk: het feit dat Chavez het gore lef gehad heeft om de armen te helpen was meer dan genoeg om hem te veroordelen.
Be the first to comment on "Neerkijken op Chavez"