In Nederland is IS er tot nu toe niet in geslaagd ook maar één aanslag te plegen en één slachtoffer te maken. Toch is er een grote angst voor zo’n aanslag, vanwege de aanslagen in onze buurlanden België, Duitsland en Frankrijk. In de Volkskrant van 8 augustus maakt René Cuperus zich zorgen of het kabinet wel genoeg doet om een aanslag te voorkomen. En in een interview met Het Financieele Dagblad van 6 augustus stelt rechtsfilosoof Paul Cliteur dat de meest basale plicht van een staat is de veiligheid van de burgers te waarborgen op zijn grondgebied.
Nu is het niet zo dat de Nederlandse overheid in dat opzicht niets onderneemt. Schiphol is nog maar moeilijk met de auto te bereiken, vanwege de controles die daar al bijna twee weken plaats vinden. Het zijn zogenaamd steekproeven, maar het zijn vast geen aselecte steekproeven. Wie een bruine huid heeft of een hoofddoek draagt kan maar beter de trein nemen, toch al aan te bevelen. In de Volkskrant van 17 augustus werd dat geïllustreerd met een foto van een Marokkaanse man die werd aangehouden, waarmee de geportretteerde zich dubbel gepakt voelde.
Wat de specifieke aanleiding voor die controles is weten we niet. We kunnen dus ook niet beoordelen of ze zinvol zijn, maar je kunt niet volhouden dat de Nederlandse overheid niets doet. Maar wat je niet van de overheid kunt verwachten is dat ze daarmee ook een garantie geeft voor onze veiligheid. De overheid heeft een inspanningsverplichting, gaan resultaatverplichting. Op allerlei terreinen wordt onze veiligheid bedreigd: er zijn verkeersongelukken, medische missers, voedsel kan vergiftigd zijn, en dijken kunnen overstromen. In dat laatste geval worden statistische methoden gebruikt om de risico’s in te schatten. Steeds vragen we van de overheid dat ze de risico’s inperkt, maar volledige garanties zijn er niet te geven.
Nu zijn ook niet alle risico’s van dezelfde aard. Terroristische aanslagen onderscheiden zich van andere risico’s doordat er opzettelijk slachtoffers worden gemaakt. Daarom krijgen de duizenden verkeersslachtoffers die er per jaar in Frankrijk vallen minder aandacht dan de slachtoffers van terreur. Grote aantallen slachtoffers bij één incident zoals een treinbotsing of een neergestort vliegtuig krijgen ook altijd meer aandacht dan kleinere aantallen bij verkeersongelukken die routine zijn geworden. Maar de individuele toerist die de afweging maakt of hij nog met de auto naar Frankrijk wil, moet zich realiseren dat het risico van een dodelijk verkeersongeval groter is dan dat van een terroristische aanslag.
Het lijkt er ook op dat aanslagen door moslim-extremisten een grotere maatschappelijke impact hebben dan andere aanslagen. Nadat Pim Fortuyn vermoord was, was er een soort opluchting dat de dader geen moslim was, want anders was de maatschappelijke onrust nog veel groter geweest. De aanslag in München was weliswaar het werk van een vluchteling, maar wel een uit Iran die Anders Breivik als zijn voorbeeld zag. Ook dat was een soort geruststelling, en niet een aansporing om rechtsradicalen beter in de gaten te houden. En wanneer de afschuwelijke aanslag in Nice toch eigenlijk het werk was van een getroubleerde man en niet beraamd is door IS, maakt dat op een of andere manier die aanslag minder erg.
Dat is niet omdat we de motieven van de aanslagpleger dan minder goed begrijpen, in tegendeel. In het aangehaalde interview noemde Paul Cliteur het een tamelijk rationeel verhaal: ‘dat veel landen niet door God goedgekeurde samenlevingen zijn, en dat je voor zo’n goedgekeurde samenleving moet durven strijden.’ Het is ook niet exclusief islamitisch, Philips II en de hertog van Alva behandelden afvalligen op dezelfde wijze als IS dat tegenwoordig doet. In Leiden vieren we daarom nog elk jaar dat de stad in 1574 het beleg door de Spanjaarden weerstaan heeft.
Daartegenover staat de verwarde enkeling die zelfmoord wil plegen, en daarbij in zijn wrok tegen de maatschappij zoveel mogelijk mensen mee de dood wil intrekken. Het kunnen leerlingen zijn met een wrok tegen hun school, maar ook mensen als de daders van de aanslagen in Apeldoorn en Alphen aan den Rijn, in 2009 en 2011. Ook dat heeft een grote maatschappelijke impact, maar het blijven daden van eenlingen. Het islamistisch terrorisme daarentegen is juist zo bedreigend omdat er heel veel moslims in Europa wonen die onze manier van leven en vooral de manier waarop mannen vrouwen met elkaar omgaan afwijzen.
Wanneer je de redenering van Cliteur volgt verbaas je je erover dat er maar zo weinig aanslagen door islamisten worden gepleegd. Radicale moslims reizen eerder naar Syrië dan dat ze hier aanslagen plegen. Het is plausibel dat zich onder de vluchtelingen uit Syrië IS-aanhangers bevinden die erop uit zijn hier terreurdaden te plegen, maar het gebeurt maar weinig. Misschien zijn ze ook wel bang om zichzelf op te blazen, en zien ze die 36 – of zijn het er 72? – maagden ook niet zitten. Wat vinden de ouders van die maagden daar niet van? Misschien worden in Europa suïcidale mensen vaker terrorist om zo hun zelfmoord een bredere betekenis te geven, dan dat het islamisme iemand tot een zelfmoordaanslag brengt.
Wanneer het ergens misgaat is dat voor politici echter een te genuanceerd verhaal. Die moeten dan maatregelen aankondigen, en dat leidt tot veel symboolbeleid. We verklaren voor de zoveelste keer IS de oorlog. Na de moord op Pim Fortuyn is de toegang tot het parkeerterrein bij het Mediapark in Hilversum een paar jaar gecontroleerd geweest, maar nu is dat weer even toegankelijk als het parkeerterrein bij willekeurig welk ander gebouw.
Vaak worden ook maatregelen aangekondigd waarvan helemaal niet duidelijk is hoe ze een aanslag hadden kunnen voorkomen, zoals meer afluisterbevoegdheden. Franrijk bewaakt zijn grenzen, maar de meeste terroristen kwamen uit het land zelf. In Nederland zetten we gewapende militairen bij regeringsgebouwen, maar niet bij de daarnaast gelegen terrassen op het Plein, hoewel in Frankrijk vorig jaar juist op terrasbezoekers is geschoten. Cliteur wil het islamitisch onderwijs afschaffen, maar in Frankrijk kennen ze dat niet en zijn er veel meer terroristen. De ontkledingsvoorschriften die in Frankrijk worden ingevoerd voor vrouwen op het strand, lijken me ook geen effectieve manier van terreurbestrijding.
De aanslagen door de Molukkers in de jaren zeventig waren het ergste wat Nederland aan terreur heeft meegemaakt. Er kon slechts met grof geschut een einde aan worden gemaakt, maar daarna reageerden we erop met het duizend-banen plan voor Molukkers, niet met inperking van de burgerrechten of een oorlogsverklaring aan de Molukkers. Het islamistisch terrorisme is een ernstige bedreiging, maar moet desondanks in proporties worden gezien. Ik hoor nu net van een treinongeluk in Zuid-Frankrijk met 50 gewonden. Geen terrorisme, wel erg..
voorlopig worden de aanslagen gepleegd door Nederlanders van Turks-AK achtergrond versus Nederlanders met een Turks-Koerdische-arameense-guhlen achtergrond. Maar zolang het aanpakken van die identitaire crisis van allochtonen afgeserveert blijft worden als islamofobie zal dat alleen maar toenemen. Feit is dat De Turkse interne oorlogen momenteel steeds meer de verhoudingen in Nederland gaan bepalen. Niemand luisterd naar Rutte, 400.000 Nederlanders van Turkse achtergrond knokken aan de hand van de mening in Turkije.