Op dit moment heeft Portugal het moeilijk: de werkloosheid is hoog en het land komt de crisis moeilijk te boven. Veel jonge Portugezen zoeken hun heil buiten hun eigen land, maar in plaats van Europa kiezen ze liever voor voormalige kolonie Brazilië. Ook voormalige Afrikaanse kolonies als Mozambique zijn relatief populair. De kolonies brachten Portugal eeuwenlang enorme rijkdom, maar brachten het land ook aan de rand van de afgrond. Afrika dekoloniseerde, maar Portugal bleef de touwtjes in handen houden – achter de schermen gesteund door Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. De VS waren officieel tegen kolonialisme, maar de Sovjet-Unie kreeg steeds meer invloed in Afrika. Angola en Mozambique lagen strategisch en er waren veel grondstoffen. Om te zorgen dat die landen niet in ‘verkeerde handen’ zouden vallen waren de Amerikanen bereid om veel door de vingers te zien van de Portugezen. Maar de Afrikanen waren het daar niet mee eens en de ene na de andere opstand brak uit. De dienstplicht voor Portugese jongeren was lang en gevaarlijk en zorgde voor onrust in eigen land. De regering drukte binnenlandse kritiek de kop in, totdat een groep militairen het genoeg vond. Na een geweldloze staatsgreep grepen ze de macht. Er volgde een tijd van onrust, maar in korte tijd werd Portugal een parlementaire democratie.
In 1910 werd de monarchie in Portugal afgeschaft, maar de regering was instabiel (44 kabinetten in 16 jaar) en er de elite verrijkte zich over de rug van de bevolking. Daarom grepen militairen de macht op 28 mei 1926. De nieuwe president Gomes da Costa vroeg António de Oliviera Salazar als minister van financiën van het bijna failliete land. Salazar vroeg om met carte blanche te regeren en daar ging Da Costa niet mee akkoord. In 1928 ging het nog slechter met Portugal. De nieuwe president, generaal Carmona, gaf Salazar wel de volmacht waar hij om vroeg. Salazar trok steeds meer macht naar zich toe. In 1932 werd hij premier en schreef een nieuwe grondwet. De ‘Ditadura Nacional’ werd vervangen door de ‘Estado Novo’: de nieuwe staat. Maar nieuw betekende niet vooruitstrevend: Salazar was fel tegen communisme, liberalisme, fascisme of socialisme. De waarden van de katholieke kerk, het in stand houden van het wereldrijk van Portugal en het herstellen van de economie waren de pijlers van Salazars’ beleid.
Ondanks dat Salazar geen fascisten in eigen land wilde, sloot hij wel een verbond met Franco, tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Portugal neutraal. Het is bekend dat veel nazi’s na de oorlog via Portugal naar Zuid-Amerika gingen, maar tijdens de oorlog waren joden en politiek vluchtelingen welkom en veilig. Omdat Salazar communisme in eigen land fel de kop indrukte zagen Westerse landen Salazar wat dat betreft als grote bondgenoot. Maar zijn houding tegenover de kolonies van Portugal bracht hem in Europa in een isolement. Niet alleen de Sovjet-Unie steunde bevrijdingsbewegingen in Afrika, ook Europese landen deden dit. De economie stagneerde, maar Salazar hield door zijn optreden tijdens de Tweede Wereldoorlog nog lang steun. Toen hij stierf in 1970 kroop de geest langzaam uit de fles.
De opvolger van Salazar, Marcello Caetano, probeerde de boel te sussen door de Portugezen (voornamelijk op papier) meer vrijheid te geven. Onder andere vrijheid van meningsuiting werd in het wetboek opgenomen. Honderdduizenden jongeren waren Portugal ontvlucht om de dienstplicht te ontlopen en de jongeren die wel in het leger zaten organiseerden zich. Het verzet sloeg over op officieren en daaruit ontstond de Movimento das Forças Armadas (MFA), de beweging van strijdkrachten. Op 25 april, vlak na middernacht, bezetten militairen overal in het land strategische punten. Caetano vluchtte naar Brazilië en de overwinning werd uitgeroepen. Mensen werd gevraagd om binnen te blijven, maar er werd massaal feest gevierd op straat. Overal staken mensen anjers in de lopen van politiegeweren. In totaal vallen 3 tot 5 doden: een aantal politieagenten voelden zich bedreigd door de menigte en schoten in het rond. Verder bleef het overal rustig.
Maar na 50 jaar dictatuur zijn democratische instituten ver te zoeken. Er ontstaat chaos. Hoewel de communisten altijd vervolgd werden onder Salazar en Caetano, blijken ze verrassend sterk te zijn – tot ongenoegen van het Westen. Zij zien meer in de sociaal-democraat Mário Soares. Hij heeft jarenlang in ballingschap gezeten in Parijs en zijn Portugese netwerk was dus niet op maximale sterkte. Zijn Partido Socialista (PS) was slecht georganiseerd. De Amerikanen wilden Portugal uit de NAVO zetten voor het geval de communisten echt de macht zouden grijpen, maar de sociaal-democraten in Europa besloten te helpen. Overal werd geld ingezameld om de kameraden te helpen en ook de VARA begon met een inzamelingsactie: Houdt Portugal Vrij. Het grote probleem was dat politieke partijen in Portugal geen geld mochten ontvangen uit het buitenland. Dus de Duitse SPD, de Nederlandse PvdA en al die andere partijen besloten het geld dan maar Portugal in te smokkelen. Destijds minister van Buitenlandse Zaken Max van der Stoel gaf Nederlandse koeriers zelfs een aantal keer een diplomatieke status om ze te beschermen.
De Amerikanen gingen uiteindelijk ook overstag, maar zij vreesden dat het contraproductief zou werken als bekend werd dat zij Soares steunden. Zij sluisden daarom geld naar Duitsland en Duitsland zorgde, deels via Nederland, dat het geld in Portugal kwam. Tientallen miljoenen dollars, marken, guldens en escudos stromen naar de Portugese sociaal-democraten en in 1976 werd Soares gekozen als minister-president. Het kabinet hield 2 jaar stand, maar in 1983 werd hij opnieuw gekozen en dit keer zorgde hij ervoor dat Portugal werd toegelaten tot de Europese Unie. Salazar werd in 2007 door het volk gekozen tot de ‘Grootste Portugees aller tijden’ met 41% van de stemmen. Ik vraag me af of dit ook zo zou zijn geweest als zijn regime niet zo vreedzaam ten val werd gebracht.
Be the first to comment on "25 april 1974 – de Anjerrevolutie"